Afgoderij: De waarheid achter beelden en standbeelden.
- DWG

- 14 nov
- 13 minuten om te lezen
In onze moderne samenleving zien we overal religieuze beelden: Maria-standbeelden in tuinen, kruisbeelden in kerken, en afbeeldingen die verondersteld worden de Heere Jezus Christus voor te stellen. Veel christenen vinden dit normaal en acceptabel. Maar wat zegt de Bijbel hier eigenlijk over? Vandaag gaan we dieper in op wat Gods Woord ons leert over afgoderij en waarom dit onderwerp zo cruciaal is voor ons geloofsleven.
Gods duidelijke gebod
Het begint allemaal bij Gods eigen woorden in de Tien Geboden:
"Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen." (Exodus 20:4-5)
Dit gebod is kristalhelder. God verbiedt het maken van gesneden beelden of enige afbeelding van hemelse of aardse zaken voor aanbiddingsdoeleinden. Er is geen ruimte voor interpretatie. God zegt niet: "Maak geen beelden, tenzij ze bedoeld zijn om je te helpen aan Mij te denken." Nee, het verbod is absoluut.
Veel mensen denken dat dit gebod alleen gold voor het oude Israƫl, maar Gods morele wet is tijdloos. Wat God zonde noemde in het Oude Testament, blijft zonde in het Nieuwe Testament. De aard van God verandert niet, en Zijn standaarden evenmin (Maleachi 3:6, Hebreeƫn 13:8).
Veelgehoorde excuses weerlegd
"We aanbidden de beelden niet, we eren ze alleen"
Dit is misschien wel het meest gehoorde excuus. Mensen beweren dat ze de standbeelden en beelden niet aanbidden, maar ze alleen gebruiken als hulpmiddel om God of heiligen te eren. Laten we echter kijken naar wat de Bijbel hierover zegt.
In 2 Koningen 10:26-27 lezen we: "En zij brachten de opgerichte beelden uit, uit het huis van BaƤl, en verbrandden ze. Zij braken ook het opgerichte beeld van BaƤl af, en zij braken het huis van BaƤl af."
Let op: de beelden moesten niet alleen verwijderd worden, maar volledig vernietigd. God accepteerde geen halfslachtige oplossing waarbij de beelden zouden blijven bestaan "ter herinnering" of "voor historische doeleinden."
In 2 Kronieken 34:4 staat: "En men brak voor zijn aangezicht de altaren der BaƤls af, en de zonnebeelden, die omhoog daarop waren, hieuw hij af; ook de bossen, en de gesneden en gegoten beelden verbrak hij, en vergruisde ze."
Het onderscheid dat mensen maken tussen "aanbidding" en "verering" is kunstmatig en wordt nergens in de Bijbel ondersteund. Als je knielt voor een beeld, kaarsen aansteekt, gebeden uitspreekt, of het op enige wijze centraal stelt in je religieuze praktijk, dan bedrijf je afgoderij, ongeacht hoe je het noemt.
"Het helpt me om me te concentreren in gebed"
Sommige gelovigen beweren dat beelden hen helpen focussen tijdens het gebed. Maar heeft God ons ooit gevraagd materiƫle objecten te gebruiken om tot Hem te naderen?
Jezus Christus zei: "God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid." (Johannes 4:24)
Ware aanbidding vindt plaats in de geest, niet via materiƫle voorwerpen. Als we een fysiek object nodig hebben om tot God te naderen, zeggen we eigenlijk dat Gods Geest en Zijn Woord niet voldoende zijn.
Bovendien, als we eerlijk zijn: zou een ouder het accepteren als zijn kind zei: "Ik heb een foto van je nodig om met je te praten"? Natuurlijk niet! Hoeveel minder zou onze hemelse Vader tevreden zijn met mensen die beweren Hem niet rechtstreeks te kunnen benaderen zonder tussenkomst van beelden?
"Maria en de heiligen kunnen voor ons bemiddelen"
Dit excuus wordt vaak gebruikt om gebeden tot beelden van Maria of andere heiligen te rechtvaardigen. Maar wat zegt de Bijbel?
"Want daar is één God, en één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus." (1 Timoteüs 2:5)
Er is slechts ĆĆN bemiddelaar tussen God en mensen: Jezus Christus. Niet Maria, niet Petrus, niet enig ander mens, hoe vroom ook. Door tot anderen te bidden, verwerpen we feitelijk Christus' unieke rol als onze enige Middelaar.
Zelfs Maria zelf wees mensen naar haar Zoon. Bij de bruiloft in Kana zei ze: "Doet al wat Hij u zeggen zal." (Johannes 2:5) Ze wees niet naar zichzelf, maar naar Jezus Christus.
Het is opmerkelijk dat we nergens in het boek Handelingen of in de brieven van de apostelen lezen dat de eerste christenen tot Maria baden of haar vereerden. Als dit zo'n essentieel onderdeel van het christelijk geloof zou zijn, waarom vinden we er dan geen spoor van in de vroege kerk?
"Het is traditie in onze familie/cultuur"
In Nederland, met name in katholieke gebieden in het zuiden, zijn religieuze beelden diep verworteld in de cultuur. Generaties lang hebben families Maria-beelden doorgegeven, processies gelopen, en beelden een centrale plaats gegeven in hun religieuze leven.
Maar Jezus Christus was heel duidelijk over tradities die Gods geboden vervangen:
"Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen. Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen." (Marcus 7:7-8)
Traditie kan troostend en vertrouwd aanvoelen, maar als onze tradities in strijd zijn met Gods Woord, moeten we de moed hebben om ze los te laten. Het is beter om alleen te staan met Gods waarheid, dan samen met velen te staan in dwaling (Mattheüs 7:13-14).
De waarheid over beelden: Ze zijn machteloos
Laten we eens kijken naar wat de Bijbel zegt over de ware aard van beelden en afgoden. Psalm 115:4-8 geeft een krachtige beschrijving:
"Hun afgoden zijn zilver en goud, een werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; zij hebben oren, maar horen niet; zij hebben een neus, maar rieken niet; hun handen, maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door hun keel."
Dit is geen poƫzie voor de poƫzie, het is een harde realiteit. Die beelden kunnen niet:
Spreken: Hoeveel mensen hebben "Heilige Maria" gebeden en nooit antwoord gekregen? Het beeld kan niet spreken omdat het geen leven heeft.
Zien: Het standbeeld ziet je gebeden niet, je tranen niet, je offers niet.
Horen: Je woorden vallen op dove oren, letterlijk.
Helpen: Een beeld kan je niet genezen, je niet redden, je niet beschermen.
Denk hier eens over na: als je huis in brand staat, zou je dan een Maria-beeld vragen om je te redden? Natuurlijk niet! Je zou Ʃchte hulp zoeken. Waarom zou je dan voor je eeuwige redding vertrouwen op iets dat zelfs geen fysieke hulp kan bieden?
Een krachtige illustratie uit de Bijbel
In 1 Samuƫl 5:2-4 lezen we een fascinerend verhaal over de afgod Dagon:
"En de Filistijnen namen de ark Gods, en zij brachten ze in het huis van Dagon, en stelden ze bij Dagon... En toen die van Asdod des anderen daags vroeg opstonden, ziet, zo lag Dagon op zijn aangezicht ter aarde, voor de ark des HEEREN... Het hoofd van Dagon, en de beide palmen zijner handen afgehouwen."
De afgod Dagon viel niet ƩƩn keer, maar twee keer voor de ark van de Heere. En de tweede keer verloor hij zelfs zijn hoofd en handen. Wat een perfect beeld van de machteloosheid van afgoden! Ze kunnen zichzelf niet eens overeind houden, laat staan dat ze mensen kunnen helpen.
In onze moderne tijd maken we misschien geen gouden kalveren meer zoals in Exodus 32, maar we maken wel gipsbeelden en bronzen crucifixen die net zo dood en machteloos zijn. Het materiaal is veranderd, maar de zonde is hetzelfde gebleven.
De vernietiging van afgoden: Een daad van gehoorzaamheid
Sommigen vinden het schokkend als beelden vernietigd worden. "Hoe kan iemand zo respectloos zijn?" vragen ze. Maar laten we kijken naar Gods instructies:
In 2 Koningen 18:4 lezen we over koning Hizkia: "Hij nam de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit, en verbrijzelde de koperen slang, die Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israƫls tot die dagen toe haar gerookt hadden."
Let goed op: zelfs de koperen slang die Mozes op Gods bevel had gemaakt (Numeri 21:8-9) moest vernietigd worden toen het volk het als een afgod ging behandelen. Als zelfs iets dat God oorspronkelijk had goedgekeurd vernietigd moest worden om afgoderij te voorkomen, hoeveel te meer moeten dan beelden vernietigd worden die God nooit heeft goedgekeurd?
In onze tijd zou dit betekenen dat als je een beeldje van Maria in je tuin hebt staan, een kruisbeeld met daarop een afbeelding van Jezus in je huis, of welk religieus beeld dan ook, je de verantwoordelijkheid hebt om deze te verwijderen en te vernietigen. Dit is geen vandalisme, het is gehoorzaamheid aan God.
Het gevaar van afgoderij in de praktijk
Afgoderij in Nederlandse ziekenhuizen
Veel Nederlandse ziekenhuizen hebben kapellen met beelden erin. Wanneer geliefden ziek zijn, gaan mensen naar deze kapellen en richten hun gebeden tot beelden. Ze knielen voor Maria-standbeelden, steken kaarsen aan, en smeken om genezing.
Maar wie kan genezen? "Ik ben de HEERE, uw Heelmeester." (Exodus 15:26)
Het is tragisch dat mensen in hun meest wanhopige momenten hun toevlucht zoeken tot levenloze beelden in plaats van tot de levende God. Stel je voor: een kind ligt op sterven, en in plaats van rechtstreeks tot de Almachtige Schepper te gaan, knielt iemand voor een gipsen beeld. Wat een belediging voor de God die zegt: "Roep Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal u uithelpen" (Psalm 50:15).
Afgoderij tijdens religieuze optochten en festivals
In sommige Nederlandse gemeenschappen zijn er nog steeds religieuze optochten waarbij beelden door de straten worden gedragen. Mensen buigen, knielen, en bidden terwijl deze beelden voorbijkomen.
Dit is precies wat God verbood. In Deuteronomium 4:15-19 waarschuwt God: "Zo bewaart uzelven zeer, want gijlieden hebt geen gelijkenis gezien, ten dage als de HEERE op Horeb, uit het midden des vuurs, tot ulieden sprak; opdat gij u niet verderft, en u een gesneden beeld maakt, de gelijkenis van enig beeldje."
We moeten ons afvragen: als een buitenstaander deze optochten zou zien, iemand die nooit van het christendom had gehoord, wat zou het verschil zijn tussen dit en de afgodendienst van oude heidense volkeren? Het uiterlijke verschijningsvorm is vrijwel identiek.
Afgoderij in iemands persoonlijke geloofstoewijding
Sommige mensen hebben kleine altaartjes in hun huis met beelden, foto's van religieuze figuren, kaarsen, en wierook. Ze brengen dagelijks tijd door met deze opstellingen, bidden ervoor, en behandelen ze als heilig.
Maar God zegt in Jesaja 42:8: "Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen geven, noch Mijn lof den gesnedenen beelden."
Eerlijkheid dwingt ons te erkennen: als iemand uit een andere religie, bijvoorbeeld een hindoe met afbeeldingen van Ganesha of een boeddhist met een Boeddhabeeld, hetzelfde zou doen, zouden we het onmiddellijk afgoderij noemen. Waarom passen we dan een andere standaard toe wanneer het om "christelijke" beelden gaat?
Wat we moeten doen: Praktische stappen
Stap 1: Herken de zonde
De eerste stap is erkennen dat het hebben en vereren van religieuze beelden zonde is. Het is geen kleine vergissing of cultureel verschil, het is overtreding van Gods expliciete gebod.
"Zo wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij onszelf, en de waarheid is in ons niet." (1 Johannes 1:8)
Stap 2: Beken en bekeer
Breng je zonde voor God en vraag om vergeving. Echte bekering betekent niet alleen berouw, maar ook een verandering van gedrag.
"Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9)
Stap 3: Verwijder de afgoden
Net zoals de koningen van Israƫl de beelden vernietigden, moeten wij alle religieuze beelden uit onze huizen, tuinen en auto's verwijderen. Dit is geen symbolische daad, het moet werkelijk gebeuren.
Dit kan moeilijk zijn, vooral als het beelden zijn die al generaties lang in de familie zijn. Misschien was het een erfstuk van je overgrote moeder, of een geschenk bij je eerste communie. Maar onze loyaliteit aan God moet groter zijn dan onze gehechtheid aan voorwerpen. Jezus Christus zei: "Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig" (Mattheüs 10:37). Hoeveel te meer geldt dit voor voorwerpen?
Stap 4: Leer ware aanbidding
Aanbidding is niet iets dat we kunnen zien of aanraken. Het is een geestelijke daad.
"Maar de ure komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo aanbidden." (Johannes 4:23)
Ware aanbidding vereist geen kaarsen, geen wierook, geen beelden. Het vereist een oprecht hart, een bereidheid tot gehoorzaamheid, en een leven dat zich richt op Gods Woord.
Voor velen die gewend zijn aan visuele en fysieke hulpmiddelen in hun geloof, kan dit aanvoelen als een leeg en kaal alternatief. Maar juist hierin ligt de test van ons geloof: kunnen we God vertrouwen en aanbidden zonder visuele steun? Abraham geloofde God zonder Hem ooit te hebben gezien (Hebreeƫn 11:8-10). Ook wij zijn geroepen tot zulk een geloof.
Het argument van "Maar we zagen miraculeuze tekenen"
Sommige mensen beweren dat ze getuige zijn geweest van miraculeuze gebeurtenissen bij beelden: beelden die zouden huilen, genezingen bij beeldenprocessies, of andere bovennatuurlijke verschijnselen.
We moeten hier zeer voorzichtig zijn. De Bijbel waarschuwt ons:
"Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden." (Mattheüs 24:24)
Niet elk bovennatuurlijk teken komt van God. Satan kan ook tekenen en wonderen doen om mensen te misleiden (2 Thessalonicenzen 2:9). Als een "wonder" mensen ertoe brengt Gods duidelijke geboden te overtreden, dan komt het niet van God.
Bovendien, zelfs als we aannemen dat sommige genezingen werkelijk plaatsvonden in de nabijheid van beelden, bewijst dit dan dat de beelden de bron waren? Mensen die bidden bij beelden roepen vaak ook Gods naam aan. Zou het niet kunnen zijn dat God, in Zijn genade, gebeden verhoort ondanks de verkeerde context, niet vanwege de beelden maar ondanks de beelden? God is genadig en geduldig, en soms verhoort Hij gebeden van mensen die nog in onwetendheid verkeren. Maar dit betekent niet dat Hij hun afgoderij goedkeurt (Handelingen 17:30).
De rol van kunstwerken en afbeeldingen
Nu rijst misschien de vraag: betekent dit dat alle religieuze kunst verboden is? Mogen we geen schilderijen hebben van Bijbelse taferelen? Wat met kunst in kerkgebouwen?
Het cruciale onderscheid ligt in het doel en gebruik:
Aanbiddingsobjecten vs. educatieve kunst: Een beeld dat wordt gebruikt voor gebed, verering, of als focus van devotie (diepe toewijding en vrome verering) is afgoderij. Een schilderij aan de muur dat een Bijbelverhaal illustreert en puur educatief of decoratief is, is dat niet.
De houding van het hart: Als mensen knielen voor een afbeelding, erop vertrouwen voor bescherming, of er gebeden aan richten, is het afgoderij, ongeacht de vorm.
In de praktijk echter moeten we zeer voorzichtig zijn. De geschiedenis laat zien dat wat begint als "puur decoratief" of "educatief" gemakkelijk kan verworden tot verering. Dit is precies wat gebeurde met de koperen slang in 2 Koningen 18:4. Daarom is het wijs om zeer terughoudend te zijn met religieuze afbeeldingen, vooral in onze huizen. Het is beter om de lijn ruim te trekken en voorzichtig te zijn, dan om de grens op te zoeken en in zonde te vallen.
Het voorbeeld van de tabernakel
Sommigen wijzen erop dat de tabernakel cherubs (engelfiguren) had. Is dit niet in strijd met het verbod op beelden?
Het belangrijke verschil is dat God deze cherubs specifiek beval te maken (Exodus 25:18-20), en ze waren niet bedoeld voor aanbidding. Ze waren verborgen in het Heilige der Heiligen, waar alleen de hogepriester ƩƩn keer per jaar kwam. Het volk bad niet tot deze cherubs en vereerde ze niet.
Bovendien leven wij niet meer onder de Oude Verbondswetten betreffende de tabernakel. Christus is ons Hogepriester, en wij zijn Zijn tempel (1 Korintiërs 3:16). We hebben geen fysieke tabernakel, geen fysieke cherubs, en geen fysieke voorwerpen nodig om tot God te naderen. De sluier is gescheurd (Mattheüs 27:51), en wij hebben nu directe toegang tot God door Jezus Christus (Hebreeën 4:16).
De kracht van beproevingen en ellende
EƩn van de redenen waarom mensen zich vastklampen aan beelden is angst. In tijden van ziekte, gevaar, of onzekerheid willen mensen iets tastbaars hebben om aan vast te houden. Een beeld geeft een valse indruk van controle en bescherming.
Maar God roept ons tot geloof, niet tot zien:
"Want wij wandelen door geloof, en niet door aanschouwen." (2 Korintiƫnzen 5:7)
De ironie is dat juist in onze zwakste momenten we het sterkst kunnen zijn in geloof. Denk aan Job, die alles verloor maar zei: "Al zou Hij mij doden, zal ik op Hem hopen" (Job 13:15). Denk aan de drie vrienden in de vurige oven die zeiden: "Onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den brandenden oven" (Daniƫl 3:17). Zij hadden geen beelden nodig, ze hadden God.
Wanneer wij onze beelden wegdoen en alleen op God vertrouwen, kunnen we ontdekken dat Hij veel reƫler en krachtiger is dan we ooit hadden gedacht. Het loslaten van religieuze objecten kan juist de weg openen naar een diepere, authentiekere relatie met de levende God.
Een uitdaging voor De Waarheid Gods en alle gelovigen
Als gemeenschap van gelovigen hebben we de verantwoordelijkheid om elkaar te helpen in gehoorzaamheid aan Gods Woord. Dit betekent:
Openlijk spreken: We moeten het lef hebben om afgoderij afgoderij te noemen, ook als dit onpopulair is.
Elkaar aanmoedigen: Het kan moeilijk zijn om beelden weg te doen die sentimentele waarde hebben. We moeten elkaar steunen in dit proces.
Onderwijzen: Veel mensen praktiseren afgoderij uit onwetendheid. Het is onze taak om hen liefdevol maar duidelijk te onderwijzen.
Voorbeeldig leven: Onze huizen en levens moeten vrij zijn van afgoden, zodat we getuigen zijn van ware aanbidding.
We moeten ook bereid zijn moeilijke gesprekken te voeren met familieleden en vrienden die nog vasthouden aan beelden. Dit moet gebeuren met liefde en geduld, maar ook met onwrikbare overtuiging. Als een arts een patiƫnt moet vertellen dat hij kanker heeft, doet hij dat niet om de patiƫnt pijn te doen, maar om het leven te redden. Zo moeten ook wij spreken over afgoderij, niet om te veroordelen, maar om te redden.
De beloning van gehoorzaamheid
God belooft zegen voor hen die Hem gehoorzamen:
"Indien gij naar Mijn inzettingen wandelt, en Mijn geboden onderhoudt, en die doet... Zo zal Ik Mijn woning in het midden van u zetten, en Mijn ziel zal van u niet walgen. En Ik zal in het midden van u wandelen, en zal u tot een God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn." (Leviticus 26:3, 11-12)
Wanneer we afgoderij afwijzen en God alleen dienen, ervaart we:
Zijn nabijheid: God wandelt in ons midden
Zijn bescherming: Hij is onze God
Zijn aanvaarding: We zijn Zijn volk
De wereld zal ons misschien niet begrijpen. Familie kan zich van ons afkeren. Vrienden zullen ons misschien beschuldigen van extremisme of fanatisme. Maar we hebben iets veel beters: de goedkeuring van God zelf. En uiteindelijk is dat het enige dat telt (Galaten 1:10).
Conclusie: Een oproep tot actie
De boodschap van vandaag is helder en compromisloos: afgoderij in welke vorm dan ook is onaanvaardbaar voor God. Het maakt niet uit of het beelden zijn van Maria, Jezus, engelen, of heiligen. Het maakt niet uit of ze van gips, hout, steen of goud zijn. Het maakt niet uit of ze "gewijde" of traditie hebben. Ze moeten weg.
Dit is geen kwestie van persoonlijke mening of interpretatie. Het is Gods direct gebod, herhaald door de hele Bijbel heen, van Exodus tot Openbaring.
De vraag is: wat ga jij doen?
"En indien het kwaad is in uw ogen den HEERE te dienen, kiest u heden, wien gij dienen zult... Maar ik en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen!" (Jozua 24:15)
Misschien heb je na het lezen van deze blog al geĆÆdentificeerd welke beelden of afbeeldingen in jouw leven moeten verdwijnen. Misschien voel je weerstand, het zijn dierbare voorwerpen, geschenken, erfstukken. Maar bedenk dit: wat zijn deze dingen waard vergeleken met je eeuwige ziel? Wat zijn ze waard vergeleken met een zuivere relatie met God?
Ik daag je uit: ga vandaag nog, nu direct, en verzamel alle religieuze beelden uit je huis, tuin, en auto. Vernietig ze op een respectvolle maar definitieve manier. Niet omdat we de symbolen haten, maar omdat we God liefhebben. En dan, nadat je dit hebt gedaan, ga in gebed en ervaar de vrijheid van ware aanbidding, directe, ongehinderde gemeenschap met de levende God.
Laten we als gelovigen, als De Waarheid Gods en als individuen, de moed hebben om te staan voor Gods Woord, hoe onpopulair ook. Laten we afgoderij uit ons midden verbannen en God alleen dienen, in geest en in waarheid.
"Gij, kinderen, wacht uzelven van de afgoden. Amen." (1 Johannes 5:21)
Ter overdenking en zelfonderzoek:
Heb ik ergens in mijn bezit beelden of afbeeldingen die ik gebruik voor religieuze doeleinden?
Heb ik ooit gebeden gericht tot iets of iemand anders dan God door Jezus Christus?
Ben ik bereid om voorwerpen die sentimentele waarde hebben weg te doen als ze tussen mij en God in staan?
Hoe kan ik anderen helpen om de waarheid over afgoderij te begrijpen?
Ben ik bereid om eventuele maatschappelijke of familiedruk te weerstaan om Gods geboden te gehoorzamen?
Moge God ons de kracht en wijsheid geven om Hem alleen te dienen, vrij van alle afgoden. Amen.

Opmerkingen