De dood en opstanding van Jezus Christus: Een diepgaande studie.
- DWG

- 2 dec
- 17 minuten om te lezen
De opstanding van Jezus Christus vormt de hoeksteen van het christelijk geloof. Zonder de opstanding zou ons geloof zinloos zijn, zoals de apostel Paulus schrijft in 1 Korintiërs 15:17: "En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden." Toch zijn er veel misverstanden over wat er precies gebeurde tijdens de kruisiging en de opstanding. In deze studie/blog gaan we dieper in op de Bijbelse leer over dit centrale gebeurtenis.
De drie getuigen: Geest, water en bloed
In 1 Johannes 5:8 lezen we: "En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn tot een." Deze drie elementen waren verenigd in Jezus Christus tijdens Zijn aardse bediening.
De Geest verwijst naar God zelf, die in Christus woonde. Het water symboliseert het natuurlijke, menselijke lichaam. Het bloed vertegenwoordigt het natuurlijke leven. Deze drie werkten samen in harmonie om Gods verlossingsplan te volbrengen.
Illustratie: Drie elementen in één persoon
Stel je een mens voor: je hebt een lichaam (het zichtbare, fysieke deel), bloed (de natuurlijke levensbron) en een geest (het innerlijke leven). Deze drie elementen zijn verenigd in één persoon. Zonder bloed sterft het lichaam. Zonder de geest is er geen bewustzijn. Zo waren geest, water (vlees) en bloed verenigd in de één persoon van Jezus Christus om Gods verlossingsplan te voltooien. Let op: dit zijn drie elementen in één persoon, niet drie personen. Er is één God die Zich manifesteerde in het vlees (1 Timoteüs 3:16).
Het moment aan het kruis
Toen Jezus aan het kruis hing, zien we deze drie elementen uit Hem komen. In Johannes 19:34 staat geschreven: "Maar een van de krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit."
Hier zien we het bloed en het water fysiek uit Zijn lichaam komen. Maar wat gebeurde er met de Geest?
In Matteüs 27:46 roept Jezus: "Eli, Eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Het vlees riep tot een natuur die boven zichzelf stond. Het natuurlijke lichaam riep tot de goddelijke Geest die erin woonde.
Even later, in vers 50, lezen we: "En Jezus, wederom roepende met een grote stem, gaf den geest." Dit waren twee verschillende roepen. Bij de eerste roep verliet de goddelijke Geest het lichaam. Bij de tweede roep gaf Hij Zijn natuurlijke levensadem op.
De reis van de Geest naar de lagere delen der aarde
Waarom moest de Geest het lichaam verlaten voordat de dood intrad? De Geest had een missie die het natuurlijke lichaam niet kon uitvoeren. Het lichaam van Christus was lokaal, het kon maar op één plek tegelijk zijn. Maar de Geest moest naar een andere plaats om daar het evangelie te verkondigen aan hen die gestorven waren sinds Adam.
In 1 Petrus 3:18-19 lezen we: "Want ook Christus heeft eens voor de zonden geleden, Hij, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar den Geest; In welken Hij ook heengegaan is, en heeft den geesten, die in de gevangenis waren, gepredikt."
De Bijbel noemt deze plaats "de lagere delen der aarde" (Efeziërs 4:9): "Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten?"
Ook wordt gesproken over "het hart van de aarde" in Matteüs 12:40: "Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde."
Terwijl het lichaam in het graf lag, was de Geest bezig met prediking in de lagere delen der aarde, waar de geesten in de gevangenis waren. Hij sprak tot Mozes, Abraham, Jesaja, Job en alle gelovigen die voor Zijn komst waren gestorven. Dit verklaart de volledige betekenis van Matteüs 12:40, dit was niet alleen fysiek (het lichaam in het graf), maar ook geestelijk (de Geest in de lagere delen der aarde).
Veel voorkomende misverstanden
Misverstand: "De doop is niet nodig voor verlossing"
Een veelgehoord argument is dat waterdoop slechts een symbolische handeling is en niet noodzakelijk voor verlossing. Maar let op de verbinding tussen water en bloed aan het kruis. Toen de speer Zijn zijde doorstak, kwam er eerst water, toen bloed.
Jezus Christus zelf zei in Johannes 3:5: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand geboren worde uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan." Petrus bevestigt dit in 1 Petrus 3:21: "Hetwelk tegenbeeld ons nu ook behoudt, namelijk de doop; niet die, welke het afleggen is van de vuiligheid des vleses, maar die, welke is de vraag van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus."
De volgorde is belangrijk: water en bloed werken samen. Je kunt het bloed niet scheiden van het water. Zoals Jezus Christus aan het kruis beide gaf, zo moeten wij beide ontvangen, de doop (water) en het geloof in Zijn verzoenend bloed.
Misverstand: "Jezus Christus stond op als een geest"
Veel christenen denken dat Jezus Christus als een geest of geestelijk wezen opstond. Maar dit is niet wat de Bijbel leert. In Lukas 24:37-39 lezen we dat de discipelen dachten dat zij een geest zagen, maar Jezus Christus corrigeerde hen: "En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij ontroerd, en waarom klimmen er zulke overleggingen in uw harten? Ziet Mijn handen en Mijn voeten, dat Ik het Zelf ben; tast Mij aan en ziet; want een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb."
Jezus Christus stond op met een verheerlijkt lichaam, een lichaam van vlees en beenderen, maar getransformeerd. Hij at vis (Lukas 24:42-43), kon aangeraakt worden (Johannes 20:27), maar kon ook door gesloten deuren verschijnen (Johannes 20:19).
Illustratie: Van zaad tot plant
Paulus gebruikt in 1 Korintiërs 15:35-38 de illustratie van een zaad: "Maar iemand zal zeggen: Hoe worden de doden opgewekt, en met hoedanig een lichaam komen zij? Gij dwaas! hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven zij. En hetgeen gij zaait, gij zaait niet het lichaam, dat worden zal, maar een bloot graan, namelijk van tarwe, of van een van de andere zaden."
Wanneer je een graankorrel plant, komt er geen graankorrel op, maar een hele plant. Het is hetzelfde leven, maar in een verheerlijkte vorm. Zo was het ook met Jezus' lichaam. Het natuurlijke lichaam werd begraven, maar het verheerlijkte lichaam stond op.
Misverstand: "Maria is de moeder van God"
Sommige christelijke tradities noemen Maria "de moeder van God" of "de koningin des hemels." Maar dit is een misvatting die voortkomt uit een verkeerd begrip van de opstanding.
Maria baarde een natuurlijk lichaam. Dat natuurlijke lichaam stierf aan het kruis en verloor het natuurlijke leven (bloed). Wat uit het graf opstond was een verheerlijkt, geestelijk lichaam. Zoals Paulus zegt in 1 Korintiërs 15:42-44: "Het wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid; Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid; het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht; Het wordt gezaaid een natuurlijk lichaam, het wordt opgewekt een geestelijk lichaam."
Maria baarde geen geestelijk lichaam. Het lichaam dat opstond was zo veranderd door verheerlijking dat het niet langer een bloedverwant was van het menselijk ras in de gebruikelijke zin. Daarom is het onjuist om Maria te vereren als "moeder van God", zij was de moeder van het natuurlijke lichaam, niet van het verheerlijkte, geestelijke lichaam dat opstond.
Het verheerlijkte lichaam
Wat betekent het dat Jezus' lichaam "verheerlijkt" werd?
In Johannes 17:5 bad Jezus Christus: "En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was." Dit gebed werd beantwoord bij de opstanding.
Een verheerlijkt lichaam betekent:
Het heeft nog steeds vlees en beenderen (Lukas 24:39)
Het kan eten (Lukas 24:42-43)
Het kan aangeraakt worden (Johannes 20:27)
Maar het is niet meer gebonden aan natuurlijke beperkingen
Het kan verschijnen en verdwijnen (Lukas 24:31)
Het kan door gesloten deuren gaan (Johannes 20:19)
Het leeft door de kracht van de Geest, niet door bloed
Illustratie: Van ijzer tot staal
Stel je voor dat je een stuk ijzer hebt. Dat ijzer is sterk, maar kan roesten en breken. Als je dat ijzer nu verhit en er koolstof aan toevoegt, ontstaat staal. Het is nog steeds een metaal, maar met volkomen nieuwe eigenschappen, sterker, duurzamer, veerkrachtiger. Het originele materiaal is niet verdwenen, maar getransformeerd. Zo was het ook met Jezus' lichaam, hetzelfde lichaam, maar verheerlijkt met nieuwe eigenschappen.
De volmaakte timing: Drie dagen
Jezus Christus voorspelde dat Hij op de derde dag zou opstaan (Matteüs 16:21). Waarom precies drie dagen?
In Lukas 13:32 zegt Jezus Christus: "En Hij zeide tot hen: Gaat heen, en zegt dien vos: Zie, Ik werp duivelen uit, en maak gezond, heden en morgen, en ten derden [dage] worde Ik voleindigd."
"Voleindigd" betekent "compleet" of "voltooid." Na drie dagen zou Jezus Christus compleet zijn, Geest en lichaam herenigd, maar nu in een verheerlijkte staat.
Waarom was deze timing belangrijk?
Het vervulde de profetie van Jona: In Matteüs 12:40 zegt Jezus: "Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde."
Het bevestigde Zijn gezag over de dood: Als Hij direct was opgestaan, hadden mensen kunnen denken dat Hij slechts bewusteloos was geweest. De drie dagen toonden aan dat Hij echt dood was geweest.
Het gaf tijd voor de geestelijke missie: Zoals besproken, gebruikte de Geest deze tijd om te prediken in de onderwereld (1 Petrus 3:19).
Het voltooide Gods plan: Jezus Christus zei zelf in Lukas 13:32: "En Hij zeide tot hen: Gaat heen en zegt dien vos: Zie, Ik werp duivelen uit, en maak gezonden vandaag en morgen, en ten derden dage word Ik volmaakt." Het Griekse woord voor "volmaakt" (teleioo) betekent "voltooid" of "compleet gemaakt." Op de derde dag werd Gods verlossingswerk compleet. Ook zien we in de Bijbel dat op de derde dag vaak doorbraken komen: Abraham kreeg zijn zoon terug op de derde dag (Genesis 22:4), de Israëlieten werden voorbereid om God te ontmoeten op de derde dag (Exodus 19:11, 16), en Jona werd uitgeworpen op de derde dag (Jona 1:17; 2:1). Het patroon van "de derde dag" als moment van verlossing en voltooiing loopt door heel de Schrift.
De historische werkelijkheid van de opstanding
Misverstand: "De opstanding is niet historisch bewezen"
Sommigen beweren dat de opstanding van Jezus Christus nergens buiten de Bijbel wordt vermeld en daarom niet historisch is. Dit is echter onjuist.
Buitenbijbelse bronnen:
Josephus Flavius (37-100 na Chr.), een Joodse geschiedschrijver die voor de Romeinen werkte, schrijft in zijn Antiquitates Judaicae (Joodse Oudheden), boek 18, hoofdstuk 3, over Jezus Christus:
"Omstreeks deze tijd leefde Jezus, een wijs man, als men Hem tenminste een man mag noemen. Hij was namelijk iemand die wonderbaarlijke daden verrichtte... en toen Pilatus, op aanklacht van de voornaamste mannen onder ons, Hem tot de kruisdood veroordeeld had, bleven zij die Hem eerst liefgehad hadden, Hem trouw. Want Hij verscheen hun op de derde dag, weer levend."
Hoewel geleerden discussiëren over welke delen later door christenen zijn toegevoegd, wordt algemeen aanvaard dat Josephus over Jezus Christus schreef en dat hij wist van de claim dat Jezus Christus was opgestaan.
Tacitus (56-120 na Chr.), een Romeins historicus, schrijft in zijn Annalen (boek 15, hoofdstuk 44) over christenen en hun stichter Christus, die onder Pilatus ter dood werd gebracht. Hoewel hij niet direct de opstanding noemt, bevestigt hij wel dat het christendom ondanks de executie van zijn stichter bleef groeien, wat alleen verklaarbaar is door de overtuiging van de volgelingen dat Hij was opgestaan.
Plinius de Jongere (61-113 na Chr.), een Romeins gouverneur, schrijft in een brief aan keizer Trajanus over christenen die "op een vaste dag vóór zonsopgang bijeenkwamen en een hymne zongen voor Christus als aan een god." Dit toont aan dat vroege christenen Jezus Christus aanbaden als goddelijk en levend, niet als een overleden leraar.
De Joodse Talmoed (verzameling van rabbijnse geschriften uit de eerste eeuwen) vermeldt Jezus Christus en Zijn executie, en probeert niet te ontkennen dat Zijn graf leeg was, in plaats daarvan beweren tegenstanders dat de discipelen het lichaam hadden gestolen. Dit argument (ook gevonden in Matteüs 28:11-15) bevestigt eigenlijk dat het graf inderdaad leeg was.
Bijbelse getuigenissen:
De Bijbel zelf bevat krachtige historische getuigenissen:
Ooggetuigen: Paulus schrijft in 1 Korintiërs 15:3-8: "Want ik heb u ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften; En dat Hij begraven is, en dat Hij ten derden dage opgewekt is, naar de Schriften; En dat Hij gezien is van Cefas, daarna van de twaalven. Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broederen tegelijk, van welke het meerderdeel nog blijven tot nu toe, en sommigen zijn ontslapen. Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen. En ten laatste van allen is Hij ook van mij gezien, als van een ontijdig geborene."
Paulus schrijft dit terwijl veel ooggetuigen nog leefden, een claim die gemakkelijk weerlegd had kunnen worden als deze niet waar was.
De transformatie van de discipelen: Na de kruisiging waren de discipelen bang en verstopt (Johannes 20:19). Na de opstanding waren zij bereid te sterven voor hun getuigenis. Mensen sterven wel voor wat zij geloven waar is, maar niet voor wat zij weten dat een leugen is.
Het lege graf: Zowel vrienden als vijanden erkenden dat het graf leeg was. De Joodse leiders betaalden soldaten om te zeggen dat de discipelen het lichaam hadden gestolen (Matteüs 28:11-15), in plaats van gewoon het lichaam te laten zien als bewijs tegen de opstandingsclaim.
Het getuigenis van vrouwen: In de eerste eeuw werden getuigenissen van vrouwen niet als betrouwbaar beschouwd in rechtszaken. Als de evangelieschrijvers een verhaal hadden verzonnen, zouden zij nooit vrouwen als eerste getuigen hebben gebruikt (Johannes 20:1, Markus 16:1-7). Het feit dat zij dit wel deden, toont aan dat zij de waarheid vertelden, ongeacht hoe ongeloofwaardig het in hun cultuur leek.
De logische consequenties
Als de opstanding niet had plaatsgevonden, hoe verklaren we dan:
De snelle groei van de kerk, soms tot de dood toe vervolgd, toch groeiend van een handvol discipelen tot miljoenen volgelingen binnen enkele eeuwen?
De verplaatsing van de sabbat, Joodse volgelingen die eeuwenlang de zaterdag heilig hielden, begonnen plotseling de zondag (opstandingsdag) te vieren. Welke gebeurtenis was zo monumentaal dat het deze diepgewortelde religieuze praktijk kon veranderen?
De eenheid van het getuigenis, Alle vier de evangeliën, geschreven door verschillende auteurs voor verschillende doelgroepen, rapporteren de opstanding. Als de opstanding een verzonnen verhaal was, zou je verwachten dat sommige vroege christenen (die onderling ook wel eens oneens waren over andere zaken) dit zouden ontkennen of tegenspreken. Maar dat gebeurde niet, iedereen in de vroege kerk was het eens over de opstanding.
Het ontbreken van het lichaam, Als Jezus Christus niet opstond, waar is Zijn lichaam dan? De Romeinen en Joden hadden er alle belang bij om het te tonen en het christendom in de kiem te smoren.
De historische realiteit van de opstanding staat op een steviger fundament dan veel andere historische gebeurtenissen uit de oudheid die zonder twijfel worden geaccepteerd.
Het verschil tussen "geestelijk" en "geest"
Veel verwarring ontstaat door het niet begrijpen van het verschil tussen een "geest" en een "geestelijk lichaam."
Een geest:
Heeft geen vlees en beenderen (Lukas 24:39)
Kan niet aangeraakt worden
Kan niet eten
Is onstoffelijk
Een geestelijk lichaam:
Heeft vlees en beenderen (Lukas 24:39)
Kan aangeraakt worden (Johannes 20:27)
Kan eten (Lukas 24:42-43)
Maar leeft door de kracht van de Geest in plaats van bloed
Heeft eigenschappen die boven het natuurlijke uitgaan
Jezus Christus zegt duidelijk in Lukas 24:39: "een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb." Hij was geen geest, maar Hij had een geestelijk lichaam.
Illustratie: Elektriciteit versus batterij
Een geest zou zijn als pure elektriciteit, krachtig maar ongrijpbaar, zonder fysieke vorm. Een geestelijk lichaam is als een apparaat dat door elektriciteit wordt aangedreven, het heeft nog steeds een fysieke vorm, maar de krachtbron is onzichtbaar en krachtig. Het apparaat kan dingen doen die een niet-elektrisch apparaat niet kan, maar het blijft een tastbaar object.
"Ik ben nog niet opgevaren"
In Johannes 20:17 zegt Jezus Christus iets opmerkelijks tegen Maria Magdalena: "Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en [tot] Mijn God en uw God."
Dit klinkt verwarrend. Hij zegt: "Ik ben nog niet opgevaren" maar ook "Zeg hun dat Ik opvaar." Wat betekent dit?
Jezus Christus onderscheidt hier tussen twee dingen:
De opstanding; Hij is teruggekeerd uit het graf
De hemelvaart; Hij moet nog naar de hemel opstijgen
Hij zegt tegen Maria: "Ik ben teruggekeerd van de dood (zoals Ik beloofd had), maar Ik ben nog niet naar de hemel gegaan. Ga en vertel de discipelen dat Ik ben opgestaan en dat Ik binnenkort naar de Vader ga."
Het verheerlijkte lichaam vertegenwoordigde een hoger niveau van kennis en begrip. Voor Zijn dood begrepen de discipelen veel dingen niet. Na de opstanding "opende Hij hun verstand" (Lukas 24:45).
Dit is belangrijk voor ons vandaag: de opgestane Christus, werkend door de Heilige Geest, opent ons begrip van de Schrift. Zonder de Geest kunnen we de Bijbel lezen maar blijven wij blind voor de diepere betekenis.
De openbaring aan Petrus
In Matteüs 16:15-17 vraagt Jezus Christus: "En gij, wie zegt gij, dat Ik ben? En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-jona; want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is."
Let op: "vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard." Jezus Christus was vlees en bloed, maar Hij zegt dat vlees en bloed deze openbaring niet gaf. Het was de Vader, de Geest, die het openbaarde.
Dit leert ons dat het natuurlijke (vlees en bloed) geen openbaring kan geven. Alleen de Geest openbaart geestelijke waarheden. Daarom zegt Jezus Christus in Johannes 6:63: "De geest is het, die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven."
Voor de kerkgemeente vandaag:
Dit heeft praktische consequenties. Wij bij De Waarheid Gods geloven dat de kerk, het lichaam van Christus, ook geleid moet worden door de Geest, niet door menselijke wijsheid. Jezus Christus manifesteerde Zich in het vlees, maar wees voortdurend naar de Geest. Zo moet de kerk, het huidige lichaam van Christus op aarde, ook de Geest centraal stellen.
1 Korintiërs 12:27 zegt: "En gijlieden zijt het lichaam van Christus, en leden in het bijzonder." Wij zijn Zijn lichaam, en net zoals Zijn natuurlijke lichaam geleid werd door de Geest, zo moet de kerk dat ook zijn.
Praktische toepassing voor Nederland
In Nederland leven we in een seculiere (wereldse) samenleving waar het geloof in de opstanding vaak als sprookje wordt afgedaan. Zelfs binnen christelijke kringen zijn er verschillende opvattingen over wat er precies gebeurde met Jezus' lichaam.
Maar de Bijbelse leer is helder:
Jezus Christus stierf echt (natuurlijk bloed verloren)
Zijn Geest daalde af naar het dodenrijk
Zijn lichaam werd begraven
Op de derde dag herenigde de Geest zich met het lichaam
Het lichaam werd getransformeerd in een verheerlijkt, geestelijk lichaam
Hij verscheen aan vele getuigen
Hij voer op naar de hemel
Deze gebeurtenissen zijn niet alleen historisch, maar hebben blijvende betekenis voor ons:
Zekerheid van onze opstanding; 1 Korintiërs 15:20-22 zegt: "Maar nu is Christus opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden van hen, die ontslapen zijn. Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens. Want gelijk zij in Adam allen sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden."
Jezus' opstanding is het bewijs dat ook wij zullen opstaan. Niet als geesten, maar met verheerlijkte lichamen.
Kracht om vandaag te leven; Filippenzen 3:10 spreekt over "de kracht Zijner opstanding." Dezelfde kracht die Jezus uit de dood opwekte, werkt in ons die geloven (Efeziërs 1:19-20).
Zekerheid van vergeving; Romeinen 4:25 zegt: "Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking." Zijn opstanding bevestigt dat de betaling voor onze zonden is geaccepteerd.
Hoop in moeilijke tijden; In een maatschappij met toenemende onzekerheid, economische druk en maatschappelijke spanningen, biedt de opstanding echte hoop. De dood heeft niet het laatste woord.
Veel gestelde vragen
Vraag: Als Jezus' lichaam zo veranderd was, was het dan nog hetzelfde lichaam?
Antwoord: Ja, het was hetzelfde lichaam, maar getransformeerd. De littekens waren er nog (Johannes 20:27), wat bewijst dat het hetzelfde lichaam was. Maar de natuur ervan was veranderd, van natuurlijk naar geestelijk, van verderfelijk naar onverderfelijk. Denk aan water dat ijs wordt, het is nog steeds H₂O, maar in een andere vorm met andere eigenschappen.
Vraag: Hoe kan een lichaam zowel tastbaar zijn als door deuren gaan?
Antwoord: Dit is het mysterie van het verheerlijkte lichaam. Het is niet langer gebonden aan natuurlijke wetten, maar het is ook niet onstoffelijk. Het is een toestand die wij met ons natuurlijke verstand niet volledig kunnen begrijpen. Paulus noemt het een "geheimenis" in 1 Korintiërs 15:51. Wij proberen het oneinindige te begrijpen met eindige vermogens.
Vraag: Waarom moest Jezus Christus opstaan met een lichaam? Kon Hij niet gewoon als Geest verschijnen?
Antwoord: De lichamelijke opstanding was essentieel omdat:
Het vervulde de profetieën (Psalm 16:10: "Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten")
Het bewees dat Hij werkelijk gestorven en werkelijk opgestaan was
Het lichaam is Gods schepping en zal verlost worden, niet weggegooid (Romeinen 8:23)
Het toont ons hoe onze eigen opstanding zal zijn, lichamelijk, niet slechts geestelijk
Vraag: Wat betekent dit voor mensen die gecremeerd zijn? Kunnen zij niet opstaan?
Antwoord: God, die het heelal schiep uit niets, kan zeker een lichaam herscheppen ongeacht wat ermee is gebeurd. Abraham geloofde dat God zelfs uit as leven kon wekken (Hebreeën 11:19 suggereert dit principe). De vraag is niet of God het kan, Hij kan alles, maar of Hij het zal doen. En Hij heeft beloofd dat Hij het zal doen (1 Tessalonicenzen 4:16).
Vraag: Is dit alles niet gewoon symbolisch bedoeld?
Antwoord: Nee. De apostelen benadrukken juist de letterlijke, fysieke realiteit. 1 Johannes 1:1 zegt: "Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens." Zij waren ooggetuigen van iets tastbaars, niet van een symbool of visioen.
De betekenis voor de kerk vandaag
De opstanding van Christus is niet alleen een historische gebeurtenis, maar heeft directe gevolgen voor hoe wij als kerk functioneren.
Wij zijn een opstandingsgemeenschap; Net zoals Christus opstond, zijn ook wij "samen met Hem opgewekt" (Kolossenzen 3:1). Dit betekent dat wij leven vanuit de kracht van de opstanding, niet vanuit onze eigen inspanningen.
Wij verwachten Zijn terugkeer; In Handelingen 1:11 zeggen de engelen: "Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren." Hij komt terug met hetzelfde verheerlijkte lichaam.
Wij leven in de kracht van de Geest; Zoals Jezus Christus na Zijn opstanding de Geest uitstortte (Handelingen 2), zo leven wij ook door de Geest. Jezus zei in Johannes 14:12: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen; en hij zal meerder dan deze doen; want Ik ga heen tot Mijn Vader."
Wij zijn getuigen; In Handelingen 1:8 zegt Jezus: "Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, beide in Jeruzalem, en in geheel Judea, en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde."
In Nederland, waar het christelijk geloof steeds meer aan de rand komt te staan, is ons getuigenis belangrijker dan ooit. Wij getuigen niet van een filosofie of een gevoel, maar van een historische gebeurtenis met blijvende kracht.
De eeuwige betekenis
De apostel Paulus vat de betekenis van de opstanding samen in 1 Korintiërs 15:17-19: "En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden. Zo zijn dan ook verloren die in Christus ontslapen zijn. Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus hopende zijn, zo zijn wij de ellendigsten van alle mensen."
Maar dan volgt vers 20: "Maar nu is Christus opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden van hen, die ontslapen zijn."
Dit "maar nu" verandert alles. Omdat Christus opstond:
Is ons geloof niet tevergeefs
Zijn wij niet meer in onze zonden
Zijn de ontslapen gelovigen niet verloren
Hebben wij hoop die verder reikt dan dit leven
Illustratie: De eerste oogst
In de landbouw is de eerste oogst het bewijs dat de hele oogst komt. Als je de eerste rijpe tarwe ziet, weet je dat de rest ook zal rijpen. Jezus Christus is "de Eersteling" (1 Korintiërs 15:20, 23), Zijn opstanding is het bewijs dat ook onze opstanding komt. Hij ging voor ons uit en bereidde de weg.
Conclusie
De dood en opstanding van Jezus Christus vormt het hart van het christelijk geloof. Het is geen mythe, geen symbool, maar historische werkelijkheid met eeuwige consequenties.
Wij hebben gezien dat:
Geest, water en bloed verenigd waren in Christus
De Geest het lichaam verliet om te prediken in het dodenrijk
Het lichaam stierf en werd begraven, maar verloor alleen het natuurlijke leven (bloed)
Op de derde dag werd het lichaam verheerlijkt en getransformeerd
Het verheerlijkte lichaam is fysiek maar leeft door de kracht van de Geest
De opstanding is historisch gedocumenteerd, binnen en buiten de Bijbel
Wij zullen ook opstaan met verheerlijkte lichamen
Laat ons daarom leven als een opstandingsgemeenschap, vol hoop, vol kracht, vol getuigenis van wat God gedaan heeft en nog zal doen.
Zoals Paulus afsluit in 1 Korintiërs 15:58: "Zo dan, mijn geliefde broeders, zijt standvastig, onbeweeglijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere."
Omdat Christus leeft, is ons werk niet ijdel. Omdat Hij opstond, zullen ook wij opstaan. Omdat Hij overwon, zullen ook wij overwinnen.
Halleluja, de Heer is waarlijk opgestaan!
Deze studie/blog is samengesteld voor educatieve doeleinden binnen De Waarheid Gods. Voor verdere vragen kunt u contact opnemen met onze kerkgemeente.

Opmerkingen