top of page

Gaan baby's en kinderen naar de hel? Een Bijbels antwoord.

  • Foto van schrijver: DWG
    DWG
  • 3 dagen geleden
  • 14 minuten om te lezen

Een van de meest aangrijpende vragen die ouders, grootouders en gelovigen bezighoudt, is wat er gebeurt met baby's en jonge kinderen die overlijden. Gaan zij naar de hel? Zijn zij verloren omdat ze nog niet gedoopt zijn of nog niet bekeerd, of geen belijdenis hebben afgelegd? Deze vraag raakt ons diep in ons hart, en het is belangrijk dat we hierop een antwoord vinden dat stevig geworteld is in Gods Woord, niet in menselijke tradities of emoties.


In onze samenleving, en zelfs binnen veel kerkgemeenschappen, heerst verwarring over dit onderwerp. Sommige kerken leren dat baby's al volledige zondaars zijn die rechtstreeks naar de hel gaan als ze sterven zonder gedoopt te zijn. Dit heeft geleid tot angst bij ouders en tot praktijken zoals kinderdoop "voor de zekerheid". Maar wat leert de Bijbel ons werkelijk over dit onderwerp?


Het verschil tussen erfzonde en persoonlijke zonde

Om deze vraag goed te beantwoorden, moeten we eerst het verschil begrijpen tussen erfzonde en persoonlijke zonde. De Bijbel leert ons dat iedereen geboren wordt onder de gevolgen van Adams val. In Psalm 51:7 lezen we: "Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen."


Dit vers toont ons dat we allen geboren worden met wat theologen de "Adamsnatuur" noemen, een zondige natuur die we geƫrfd hebben van onze voorouder Adam. Maar let goed op: dit betekent niet dat een pasgeboren baby al een zondaar is die actief zondigt.


Denk aan het verschil tussen een zieke natuur hebben en daadwerkelijk ziek gedrag vertonen. Een baby kan de neiging tot ziekte in zich dragen, maar dat betekent niet dat het baby zelf al ziek is of zieke handelingen verricht. Zo is het ook met zonde: de natuur is aanwezig, maar de daad ontbreekt nog.


Wat maakt iemand een zondaar?

De Bijbel is duidelijk over wat iemand tot een zondaar maakt. Een zondaar is iemand die daadwerkelijk zondigt, iemand die Gods geboden overtreedt. In 1 Johannes 3:4 staat geschreven: "Een ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is de wetteloosheid."


Let op het werkwoord: "doet". Zonde is een daad, een handeling. Een pasgeboren baby liegt niet bewust, steelt niet, pleegt geen overspel, moord of afgoderij. Het kind heeft nog geen zonden gepleegd.


Romeinen 6:23 leert ons: "Want het loon der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here."


Het woord "loon" is hier cruciaal. Loon ontvang je voor werk dat je hebt verricht. Als je een week gewerkt hebt, ontvang je aan het einde van die week je loon. Zo ook met zonde: je ontvangt het loon van de zonde, de dood, nadat je daadwerkelijk gezondigd hebt.


Stel je voor dat een werkgever aan een pasgeboren baby een loonstrook zou geven voor een volle werkweek. Absurd, nietwaar? Het baby heeft nog geen enkel uur gewerkt! Zo is het ook met het loon van de zonde, je kunt het niet ontvangen als je het werk (de zonde) niet hebt verricht.


De leeftijd van verantwoordelijkheid

De Bijbel leert ons dat er een moment komt waarop een kind verantwoordelijk wordt voor zijn of haar keuzes. Dit wordt soms de "leeftijd van verantwoordelijkheid" genoemd, het moment waarop een kind het verschil kent tussen goed en kwaad en bewuste keuzes kan maken.


In Deuteronomium 1:39 spreekt God over de kinderen van Israƫl die de woestijn ingingen: "En uw kleine kinderen, van wie gij zeidet, dat zij ten buit zouden worden, en uw zonen, die heden nog geen kennis hebben van goed of kwaad, dƭe zullen er binnenkomen, hun zal Ik het geven en zij zullen het in bezit nemen."


Let op de sleutelzin: "die heden nog geen kennis hebben van goed of kwaad". Deze kinderen werden niet verantwoordelijk gehouden voor de zonden van hun ouders, omdat ze zelf nog niet het onderscheid konden maken tussen goed en kwaad. God maakte een duidelijk verschil tussen de volwassenen die bewust gekozen hadden voor ongehoorzaamheid, en de kinderen die dat onderscheid nog niet konden maken.


Dit principe zien we ook in Jesaja 7:16: "Want voordat de knaap weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land verlaten zijn, voor welks beide koningen gij angst hebt." Ook hier wordt gesproken over een fase waarin een kind het goede nog niet kan verkiezen en het kwade nog niet kan verwerpen, een fase van onschuld voordat morele verantwoordelijkheid begint.


Veel gemaakte excuses en Bijbelse antwoorden

Excuus: "Maar Psalm 51 zegt dat we in zonde geboren zijn, dus baby's zijn zondaars"

Dit is een veelgehoord argument, maar het mist de nuance van de Schrift. Ja, Psalm 51:7 zegt dat we in zonde geboren zijn, maar dit spreekt over de erfzonde, de zondige natuur die we hebben geƫrfd. Het spreekt niet over persoonlijke schuld.


Het verschil is belangrijk: we erven een natuur, maar we bouwen een gedrag op. Een kind van een alcoholist heeft misschien een verhoogde kans op verslaving (erfelijke aanleg), maar is pas verslaafde wanneer hij of zij daadwerkelijk begint te drinken (persoonlijke daad). Zo ook met zonde.


Jakobus 1:14-15 maakt dit onderscheid helder: "Maar ieder wordt verzocht door zijn eigen begeerlijkheid, die hem meesleept en verlokt. Daarna baart de begeerlijkheid, als zij bevrucht is, zonde; en de zonde, als zij voleindigd is, baart de dood."


Let op het proces: begeerlijkheid, daad, zonde en dan de dood. Er is een progressie. De zonde moet eerst "gebaard" worden door de daad voordat zij de dood voortbrengt.


Excuus: "Kinderen moeten gedoopt worden om gered te worden"

In veel Nederlandse kerken worden baby's nog steeds gedoopt, vaak met het argument dat dit noodzakelijk is voor hun redding. Sommige ouders laten hun kinderen dopen "voor de zekerheid", bang dat hun kind verloren gaat als het ongedoopt sterft.


Maar de Bijbel leert nergens kinderdoop als voorwaarde voor redding. Integendeel, de Bijbelse orde is altijd: eerst geloof, dan doop.


In Marcus 16:16 zegt Jezus Christus: "Wie geloofd heeft en gedoopt is, zal behouden worden; maar wie niet geloofd heeft, zal veroordeeld worden."


Let op de volgorde: geloven komt vóór dopen. Een baby kan nog niet geloven, kan nog geen bewuste keuze maken voor Christus. Doop is een uiterlijke daad die volgt op een innerlijke verandering.


In Handelingen 2:38 predikt Petrus: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen."


Weer zien we: eerst bekering, dan doop. Een baby kan zich niet bekeren.


Het idee dat water op het voorhoofd van een baby dat kind kan redden, geeft aan water een kracht die alleen God toekomt. Het is alsof je zegt dat een medicijn werkt zonder dat de patiƫnt het inneemt, het flesje alleen al in huis hebben is niet genoeg. Zo ook kan doop zonder geloof en bekering geen reddende werking hebben.


Excuus: "Maar Romeinen 5 zegt dat door Adam allen sterven"

Dit is een belangrijk vers dat vaak verkeerd begrepen wordt. Romeinen 5:12 zegt: "Daarom, gelijk door ƩƩn mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, en zo de dood tot alle mensen is doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben."


Ja, de dood is tot alle mensen doorgegaan door Adams zonde. Maar let op de laatste zin: "omdat allen gezondigd hebben". De dood komt niet alleen door erfzonde, maar door persoonlijke zonde.


Vers 14 maakt een belangrijk onderscheid: "Toch heerste de dood van Adam af tot Mozes toe, ook over hen die niet gezondigd hadden door een overtreding gelijk aan die van Adam, die een voorbeeld is van hem die komen zou." Hier zien we dat er mensen waren die "niet gezondigd hadden door een overtreding gelijk aan die van Adam", mensen die nog niet bewust Gods gebod hadden overtreden. Dit wijst op een periode van onschuld voordat persoonlijke overtreding plaatsvindt.


Verder moeten we de context begrijpen: Paulus contrasteert hier Adam met Christus. Door Adams ongehoorzaamheid kwam de zonde de wereld in, maar door Christus' gehoorzaamheid kwam de genade. Het gaat om representatie, Adam vertegenwoordigde de mensheid in zijn val, Christus vertegenwoordigt gelovigen in Zijn overwinning.


Excuus: "God is rechtvaardig, dus moet Hij baby's veroordelen"

Sommigen beweren dat Gods rechtvaardigheid vereist dat Hij ook baby's veroordeelt voor de erfzonde. Maar deze redenering gaat voorbij aan Gods karakter zoals de Bijbel dat openbaart.


In Ezechiƫl 18:20 staat: "De ziel, die zondigt, die zal sterven; de zoon zal niet dragen de ongerechtigheid des vaders, en de vader zal niet dragen de ongerechtigheid des zoons; de gerechtigheid des rechtvaardigen zal op hem zijn, en de goddeloosheid des goddelozen zal op hem zijn."


God houdt mensen verantwoordelijk voor hun eigen zonden, niet voor de zonden van anderen. Een baby heeft nog geen eigen zonden gepleegd.


Jesaja 7:15 geeft ons een prachtig inzicht in hoe God naar kleine kinderen kijkt: "Boter en honig zal hij eten, totdat hij weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen." Dit vers spreekt over een periode waarin een kind nog niet moreel verantwoordelijk is, een periode die voorafgaat aan het vermogen om bewuste morele keuzes te maken. Tijdens deze periode valt het kind onder Gods genade.


Jezus Christus zelf gaf ons een krachtige illustratie in Mattheüs 18:3-4: "Voorwaar, Ik zeg u, indien gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen niet binnengaan. Wie zichzelf dan vernedert als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen."


Zou Jezus Christus kinderen als voorbeeld stellen voor het binnengaan van het Koninkrijk als deze kinderen zelf verdoemd waren? Absoluut niet. Jezus Christus gebruikt hun onschuld en eenvoud als model voor geloof.


Ongeboren kinderen: Leven vanaf de conceptie

Een bijzonder belangrijk aspect van deze discussie betreft ongeboren kinderen. In onze moderne samenleving, waar abortus steeds meer genormaliseerd wordt, is het cruciaal te begrijpen hoe God naar ongeboren leven kijkt.


De Bijbel leert ons duidelijk dat het leven begint bij de conceptie en dat God ongeboren kinderen als volwaardige menselijke personen beschouwt.


Psalm 139:13-16 geeft ons een prachtig inzicht: "Want Gij hebt mijn nieren geformeerd, Gij hebt mij in mijn moeders schoot geweven. Ik loof U, omdat ik op ontzagwekkende wijze wonderbaar gemaakt ben. Wonderbaar zijn uw werken, ook weet mijn ziel dat zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de diepten der aarde. Uw ogen zagen mijn ongevormde klomp, en in uw boek waren zij allen geschreven, de dagen, die geformeerd werden, toen nog geen van die er was."


Let op de persoonlijke taal: "mij", "ik". God zag David niet als een onpersoonlijke klompje cellen, maar als een persoon, nog voordat hij gevormd was. God had al plannen voor alle dagen van Davids leven voordat hij geboren was.


Jeremia 1:5 versterkt dit: "Eer Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend, en eer gij uit de moederlijf voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; tot een profeet over de volken heb Ik u gesteld." God kende Jeremia als persoon voordat hij zelfs maar gevormd was in de baarmoeder. Dit toont aan dat Gods relatie met een mens begint lang voor de geboorte.


Lucas 1:41-44 geeft ons een bijzonder voorbeeld: "En het geschiedde, zodra Elisabet de groet van Maria hoorde, dat het kind in haar schoot opsprong; en Elisabet werd met de Heilige Geest vervuld en zij riep met luide stem: Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. En hoe komt mij dit te beurt, dat de moeder mijns Heren tot mij komt? Want zie, zodra de klank van uw groet in mijn oren doordrong, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot."


Johannes de Doper was nog ongeboren, maar reageerde met vreugde op de aanwezigheid van de ongeboren Jezus Christus. Hij wordt hier "kind" genoemd (het Griekse woord "brephos", dat zowel voor ongeboren als pasgeboren baby's wordt gebruikt). Dit toont aan dat een ongeboren kind een volwaardig mens is met emoties en geestelijke gevoeligheid.


Exodus 21:22-23 is ook veelzeggend: "Wanneer nu mannen twist en een zwangere vrouw stoten, zodat haar vrucht te vroeg geboren wordt, maar er geen dodelijk letsel is, zal de dader zeker beboet worden, naar wat de man van de vrouw hem oplegt, en hij zal het geven door bemiddeling van de rechters. Maar indien er dodelijk letsel is, dan zult gij geven leven om leven." In de MozaĆÆsche wet werd het veroorzaken van een miskraam bestraft, en als het kind stierf, gold dat als doodslag. Dit laat zien dat God het ongeboren kind beschouwde als een mensenleven met dezelfde waarde als dat van een geboren persoon.


Als ongeboren kinderen volwaardige menselijke personen zijn in Gods ogen, maar nog geen bewuste zonden hebben kunnen plegen, dan vallen zij onder dezelfde categorie als pasgeboren baby's en jonge kinderen: zij zijn onschuldig en staan onder Gods genade totdat zij de leeftijd bereiken waarop zij bewust kunnen kiezen tussen goed en kwaad.


Dit betekent dat wanneer een ongeboren kind sterft, door miskraam, doodgeboorte of, tragisch genoeg, abortus, dat kind niet naar de hel gaat. Het kind heeft geen persoonlijke zonden gepleegd en valt daarom niet onder het oordeel dat komt op hen die bewust gezondigd hebben.


Gods karakter: Rechtvaardig Ʃn barmhartig

We moeten Gods karakter in zijn volledigheid begrijpen. Hij is niet alleen rechtvaardig, maar ook barmhartig. Psalm 103:8-10 beschrijft dit prachtig: "Barmhartig en genadig is de HERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij twist niet voor altoos en blijft niet eeuwig toornig. Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden."


Denk aan een rechter die rechtvaardig is. Als een kind van vijf jaar per ongeluk een auto krast terwijl het speelt, zou een rechtvaardige rechter dat kind niet veroordelen tot jarenlange gevangenisstraf zoals hij zou doen bij een volwassene die opzettelijk auto's beschadigt. Waarom niet? Omdat het kind de bedoeling en gevolgen van zijn daden nog niet volledig begrijpt. Rechtvaardigheid houdt rekening met verantwoordelijkheid. Hoeveel te meer zal onze hemelse Vader, die volmaakt rechtvaardig Ʃn barmhartig is, rekening houden met de toestand van kleine kinderen?


In 2 Samuƫl 12 lezen we over koning David die zijn pasgeboren zoon verliest als gevolg van zijn zonde met Bathseba. Vers 23 zegt: "Maar nu het gestorven is, waarom zou ik vasten? Kan ik het terugbrengen? Ik ga naar het toe, maar het komt niet tot mij terug."


David, een man naar Gods hart, had de verzekerdheid dat hij zijn kind weer zou zien. Hij zei: "Ik ga naar het toe", niet "ik hoop dat ik naar het toe ga" of "misschien ga ik naar het toe". Hij had zekerheid. Dit geeft ons troost: David wist dat zijn kind bij God was.


De toepassing voor ons vandaag

Voor ouders die een kind verloren hebben

Als je een baby of jong kind hebt verloren, door miskraam, bij de geboorte, of in de eerste levensjaren, wil ik je geruststellen met Gods Woord: je kind is bij de Here. Je kind is niet verloren gegaan omdat het niet gedoopt was of geen belijdenis had afgelegd. Gods genade is groter dan onze menselijke regels en tradities.


Je kind heeft geen belijdenis nodig of tot bekering te komen, omdat het nog niet in staat was om bewust te zondigen. De erfzonde gaf je kind een natuur die richting zonde neigde, maar je kind heeft die natuur nooit kunnen uitwerken in daadwerkelijke zonden. Daarom valt je kind niet onder het oordeel dat komt op zondaars die bewust Gods geboden hebben overtreden.


Dit betekent niet dat het verlies minder pijnlijk is. Het is een diepe, hartverscheurende pijn om een kind te verliezen. Maar te midden van die pijn mogen we de zekerheid hebben die David had: "Ik ga naar het toe."


Voor kerkgemeenschappen

Als kerkgemeenschappen moeten we stoppen met het verspreiden van angst over ongedoopte baby's. De praktijk van kinderdoop "voor de zekerheid" is niet gebaseerd op de Schrift, maar op traditie en angst.


In De Waarheid Gods geloven wij dat doop een daad van gehoorzaamheid is die volgt op geloof en bekering. We dopen geen baby's, niet omdat we hen niet belangrijk vinden, maar juist omdat we Gods Woord serieus nemen. Doop is een teken van een innerlijke verandering die al heeft plaatsgevonden, niet een middel om die verandering te bewerkstelligen.


We moeten ouders onderwijzen in de waarheid: jullie baby's zijn veilig in Gods handen. Jullie hoeven niet bang te zijn dat ze verloren gaan als ze jong sterven. Tegelijkertijd moeten we ouders aanmoedigen om hun kinderen op te voeden in de vreze des Heren, zodat ze, wanneer ze de leeftijd van verantwoordelijkheid bereiken, zelf een bewuste keuze kunnen maken om Christus te volgen.


Voor hen die worstelen met deze leer

Misschien ben je opgegroeid met de leer dat baby's verloren gaan als ze ongedoopt sterven. Misschien heb je jaren geleefd met angst of schuld over een verloren kind dat niet gedoopt was. Als dat zo is, wil ik je aanmoedigen om terug te gaan naar Gods Woord.


Laat menselijke tradities en leringen niet zwaarder wegen dan wat God zelf zegt. Onderzoek de Schrift. Vraag God om je wijsheid en inzicht te geven. En ontvang de vrede die komt van het kennen van Gods ware karakter, een God die rechtvaardig is, maar ook vol barmhartigheid en genade.


Het moment van verantwoordelijkheid

Misschien vraag je je af: wanneer wordt een kind dan wƩl verantwoordelijk? Op welke leeftijd begint het "loon der zonde" te gelden?


De Bijbel geeft geen specifieke leeftijd, en dat is waarschijnlijk met opzet. Elk kind ontwikkelt zich anders. Wat de Bijbel wƩl duidelijk maakt, is dat er een moment komt waarop een kind het onderscheid leert kennen tussen goed en kwaad, en op dat moment verantwoordelijk wordt voor zijn of haar keuzes.


Dit moment is niet hetzelfde voor elk kind. Sommige kinderen ontwikkelen eerder een moreel besef dan andere. Factoren zoals opvoeding, omgeving, en cognitieve ontwikkeling spelen allemaal een rol.


Jesaja 7:16 geeft ons een leidraad: "Want voordat de knaap weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen..." Dit wijst op een ontwikkelingsproces. Er is een periode waarin een kind nog niet in staat is om bewust het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen. Tijdens die periode kan het kind niet verantwoordelijk worden gehouden voor morele keuzes.


In de Joodse traditie werd de leeftijd van 12-13 jaar vaak gezien als het moment waarop een kind volwassen werd (vandaar de Bar/Bat Mitswa). We zien dit ook in Lucas 2:42, waar Jezus Christus op twaalfjarige leeftijd met zijn ouders naar Jeruzalem ging voor het Pascha, een leeftijd waarop Hij begon deel te nemen aan de volwassen religieuze praktijken.


Maar het is belangrijk om te benadrukken: de Bijbel geeft geen vaste leeftijd. Wat wel duidelijk is, is dat God rechtvaardig is en elk individu zal beoordelen op basis van wat dat individu wist en kon begrijpen. Romeinen 2:12 zegt: "Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan, en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden." God houdt rekening met wat iemand wist en begreep.


De toepassing in de Nederlandse samenleving

In Nederland leven we in een samenleving waar steeds minder mensen naar de kerk gaan, en waar veel traditionele christelijke praktijken en overtuigingen aan het vervagen zijn. Toch blijft de kinderdoop in sommige kringen populair, vaak meer uit traditie dan uit overtuiging.


Veel ouders laten hun kinderen dopen zonder echt te geloven in de betekenis ervan, simpelweg omdat "het hoort" of omdat grootouders erop staan. Aan de andere kant zijn er ook ouders die angstig zijn en hun kind laten dopen "voor de zekerheid", bang voor wat er zou kunnen gebeuren als hun kind jong sterft.


Beiden benaderingen missen het punt. Kinderdoop heeft geen Bijbelse basis, en de angst die eraan ten grondslag ligt is ongegrond. God is niet een wrede tiran die baby's naar de hel stuurt omdat hun ouders een bepaald ritueel niet hebben uitgevoerd. Hij is een liefdevolle Vader die weet dat baby's en jonge kinderen nog niet in staat zijn tot bewuste zonde en bekering.


Voor ouders in Nederland: als je een jong kind hebt verloren, of als je zwanger bent en angstig over wat er zou kunnen gebeuren, wil ik je geruststellen. Je kind is veilig bij God. Je hoeft niet te vertrouwen op water of rituelen. Vertrouw op Gods karakter, op Zijn rechtvaardigheid en Zijn barmhartigheid.


En als je kinderen hebt die nog leven en opgroeien: jouw verantwoordelijkheid is om hen op te voeden in de kennis van God, om hen te onderwijzen in Zijn wegen, en om te bidden dat zij, wanneer zij de leeftijd bereiken waarop ze bewuste keuzes kunnen maken, zullen kiezen voor Christus. Dat is jouw roeping als ouder, niet om ze te laten dopen als baby, maar om ze voor te bereiden op het moment dat ze zelf een beslissing kunnen nemen.


Conclusie: Troost in waarheid

De vraag of baby's en kinderen naar de hel gaan is niet onbelangrijk. Het raakt aan de kern van wie God is en hoe Hij met Zijn schepselen omgaat. Het goede nieuws is dat de Bijbel ons een duidelijk antwoord geeft, al is dat antwoord misschien anders dan wat je in traditionele kerkleringen hebt gehoord.


Baby's en jonge kinderen die sterven, gaan niet naar de hel. Zij hebben de Adamsnatuur geƫrfd, een natuur die geneigd is tot zonde, maar zij hebben zelf nog geen persoonlijke zonden gepleegd. Zij hebben nog niet bewust gekozen voor of tegen God. Zij vallen daarom niet onder het oordeel dat komt op hen die bewust gezondigd hebben.


Dit is geen "goedkope genade" of een verzwakking van de ernst van de zonde. Het is simpelweg het erkennen van wat de Bijbel leert: dat er een moment komt waarop een kind verantwoordelijk wordt, maar dat moment is nog niet bij een pasgeboren baby of peuter.


Laten we deze waarheid vasthouden, niet omdat het ons een goed gevoel geeft, maar omdat het is wat Gods Woord leert. En laten we deze waarheid gebruiken om anderen te troosten die worstelen met het verlies van een kind, om angst weg te nemen bij ouders, en om de leer van kinderdoop voor redding af te wijzen als onbijbels.


Boven alles, laten we ons verheugen in een God die rechtvaardig Ʃn barmhartig is, die weet wat we nodig hebben voordat we het vragen, en die Zijn schepping liefheeft met een liefde die verder gaat dan we kunnen begrijpen.


"De HERE is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij doet het niet met ons naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, zo geweldig is zijn goedertierenheid over wie Hem vrezen." (Psalm 103:8, 10-11)


Laat ons vertrouwen op deze God, die Zijn kinderen, alle kinderen, liefheeft en verzorgt.

Ā 
Ā 
Ā 

Opmerkingen


Anker 1
bottom of page