Mag je oordelen? Jezus Christus deed het ook. Een Bijbelse reflectie op oordelen en waarheid
- DWG
- 20 minuten geleden
- 3 minuten om te lezen
“Oordeel niet.”
Deze zin wordt vaak geciteerd, meestal als argument om morele kritiek of geestelijke waarschuwingen af te wijzen. Maar is dat wat Jezus Christus bedoelde? Is elke vorm van oordelen verboden voor christenen? Of is er een dieper, meer genuanceerd perspectief te vinden in de Bijbel?
In deze blog onderzoeken we hoe Jezus Christus met oordelen omging, waarom Hij het zelf deed, en hoe zijn houding ten opzichte van waarheid, hypocrisie en zonde een duidelijk beeld geeft: oordelen is niet verboden, maar het moet oprecht, zuiver en met het juiste doel worden gedaan.
Jezus Christus veroordeelde openlijk, en hard
Laten we beginnen met een ongemakkelijke waarheid: Jezus Christus veroordeelde mensen. Openlijk. Herhaaldelijk. En scherp.
1. De Farizeeën en Schriftgeleerden
Jezus noemde hen:
“Huichelaars!” (Mattheüs 23:13)
“Blinde leiders.” (Mattheüs 23:16)
“Witgepleisterde graven”, mooi van buiten, maar vanbinnen vol doodsbeenderen (Mattheüs 23:27)
“Adderengebroed” (Mattheüs 23:33)
Dit zijn geen neutrale observaties. Jezus Christus wijst gedrag, motieven en zelfs karakter aan als verkeerd en zondig. Hij noemt zonden bij naam en waarschuwt voor hun invloed op anderen.
2. Petrus
Toen Petrus tegen Jezus zei dat Hij niet zou moeten lijden, zei Jezus:
“Ga weg achter Mij, satan!” (Mattheüs 16:23)
Hij doorzag het verkeerde motief achter een goedbedoeld advies. Oordelen? Absoluut, maar vanuit de geestelijke ernst van de situatie.
3. De Samaritaanse vrouw
Hoewel Jezus haar liefdevol aanspreekt, benoemt Hij wel haar situatie ronduit:
“U hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt, is uw man niet.” (Johannes 4:18)
Geen veroordeling zonder liefde, maar ook geen liefde zonder waarheid.
Veelgebruikte excuses tegen oordelen, en hoe de Bijbel ze weerlegt
“Jezus Christus zei: Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt” (Mattheüs 7:1)
Deze tekst wordt vaak uit zijn context gehaald. Lees verder:
“Want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u geoordeeld worden” (vers 2)…
…“Haal eerst de balk uit je eigen oog, dan kun je goed zien om de splinter uit het oog van de ander te halen” (vers 5)
Jezus Christus verbiedt niet het oordelen an sich, maar huichelachtig oordelen. Eerst zelfonderzoek, dan hulp bieden. Dát is de les.
“Alleen God mag oordelen”
“Weet u niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen?” (1 Korintiërs 6:2)
“Toets alles, behoud het goede” (1 Thessalonicenzen 5:21)
Paulus roept op tot geestelijke oordeelsvorming, juist om waarheid van leugen te onderscheiden.
Waarom oordelen nodig is (en Bijbels verantwoord)
Waarheid vraagt om onderscheid:
“Oordeel een rechtvaardig oordeel” (Johannes 7:24)
Jezus moedigt ons aan te oordelen op basis van waarheid, niet uiterlijk vertoon.
Zonde moet benoemd worden:
“Wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, zal een ziel van de dood redden” (Jakobus 5:20)
We kunnen niet waarschuwen voor zonde als we bang zijn om te oordelen.
Geestelijke leiders moeten oordelen:
“Tegen een oudste neem geen beschuldiging aan, tenzij op twee of drie getuigen” (1 Timoteüs 5:19-20)
“Wie zondigen, bestraf hen in tegenwoordigheid van allen”
Paulus roept op tot openlijke correctie binnen de gemeente.
Het verschil tussen oordelen en veroordelen
Oordelen = onderscheiden, toetsen, benoemen wat goed en fout is.
Veroordelen = iemand verwerpen zonder genade, als hopeloos afschrijven.
Jezus oordeelde zonden, maar Hij zocht altijd herstel. Hij veroordeelde mensen als zij weigerden zich te bekeren (zoals de Farizeeën), maar toonde genade aan wie openstond voor waarheid (zoals de overspelige vrouw, Johannes 8:11).
Tot slot: De uitnodiging tot zuiver oordeel
Oordelen is onvermijdelijk als je waarheid serieus neemt. Maar de sleutel is hoe en waarom je oordeelt:
Niet uit zelfverheffing, maar uit bewogenheid (Galaten 6:1; Filippenzen 2:3-4).
Niet zonder genade, maar met de hoop op bekering (2 Timoteüs 2:24-25; Romeinen 2:4).
Niet op basis van gevoel, maar op Gods Woord (Johannes 7:24; Hebreeën 4:12; 2 Timoteüs 3:16).
Laten we niet bang zijn om waarheid te spreken, met liefde, maar ook met helderheid. Want als zelfs Jezus oordeelde, wie zijn wij dan om onze ogen te sluiten?
“Wie rechtvaardig oordeelt, toont Gods karakter. Wie alles goedpraat, verraadt Zijn waarheid.” (Johannes 7:24; Micha 6:8; Spreuken 21:3; Jesaja 5:20; Efeziërs 5:11; 2 Timoteüs 4:3-4)
Comments