Zijn er vandaag nog apostelen en profeten?
- DWG

- 13 nov
- 25 minuten om te lezen
Een Bijbelse verkenning van Gods roeping
In veel kerkelijke kringen heerst verwarring over de vraag of God vandaag de dag nog steeds apostelen en profeten roept. Sommigen beweren dat deze diensten ophielden met de dood van de oorspronkelijke apostelen. Anderen claimen deze titels zonder Bijbelse legitimatie. Laten we onderzoeken wat de Schrift werkelijk leert over deze cruciale vraag.
De belofte van Jezus Christus
De Heer Jezus Christus heeft een expliciete belofte gegeven in Lucas 11:49: "Daarom zegt ook de wijsheid Gods: Ik zal profeten en apostelen tot hen zenden." Let op de tijdsvorm: "Ik zal zenden", een toekomstgerichte belofte. Dit is geen enkelvoudige gebeurtenis die beperkt blijft tot de eerste eeuw, maar een voortdurende belofte totdat Christus wederkeert.
Deze belofte is net zo geldig als andere toekomstgerichte beloften van Christus. We moeten blijven uitkijken naar de vervulling hiervan totdat God komt. De Heer heeft gesproken, en Zijn woord blijft van kracht door alle generaties heen.
Het historische voorbeeld: Paulus en Agabus
Een belangrijk argument is dat de namen van toekomstige apostelen en profeten niet van tevoren letterlijk in de Schrift vermeld hoeven te worden. Toen Jezus Christus in Lucas 11:49 beloofde "Ik zal profeten en apostelen tot hen zenden", noemde Hij geen specifieke namen.
Paulus' naam werd niet genoemd in deze belofte van Jezus Christus, maar hij kwam later wel degelijk als apostel, lang nadat Jezus Christus deze woorden sprak. Ook Agabus, de profeet die we tegenkomen in Handelingen 11:28 en 21:10, werd niet bij naam genoemd in de belofte van Jezus Christus, maar hij kwam eveneens later en functioneerde als profeet.
Dit vestigt een cruciaal principe: God is niet gebonden aan het van tevoren noemen van namen. Hij roept wie Hij wil, wanneer Hij wil. Het feit dat iemands naam niet letterlijk in de Bijbel staat, sluit Gods roeping niet uit. Anders zouden Paulus en Agabus ook geen apostel en profeet kunnen zijn geweest.
Dit patroon zien we door de hele Bijbelgeschiedenis. Toen God Mozes riep bij de brandende braamstruik (Exodus 3), stond Mozes' naam niet van tevoren geschreven in een profetie. Toen Samuel als kind geroepen werd (1 Samuƫl 3), was er geen eerdere profetie die zijn naam vermeldde. God roept soeverein, volgens Zijn eigen wil en tijdschema.
De Vijfvoudige Bediening
Efeziƫrs 4:11 somt de vijf ambten op die God in Zijn kerk heeft gesteld: "En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als evangelisten, en sommigen als herders en leraars."
Dit is geen historische opsomming van wat God deed, maar een beschrijving van wat God geeft aan Zijn kerk. De tekst gebruikt de tegenwoordige tijd, wat wijst op een voortdurende realiteit.
Het doel van deze ambten
Vers 12 legt uit waarom deze ambten gegeven zijn: "tot volmaking van de heiligen, tot dienstwerk, tot opbouwing van het lichaam van Christus." Zolang de heiligen nog niet volmaakt zijn, zolang het dienstwerk voortgaat, zolang het lichaam van Christus nog gebouwd wordt, zijn deze ambten nodig.
Zijn de heiligen vandaag volmaakt? Nee. Is het dienstwerk voltooid? Nee. Is de kerk volledig opgebouwd? Nee. Christus is nog niet weergekeerd. Daarom blijven deze ambten functioneren.
De logica is onweerlegbaar: als we accepteren dat er vandaag nog evangelisten, herders en leraars zijn, waarom zouden we dan beweren dat apostelen en profeten ophielden te bestaan? Efeziƫrs 4:11 presenteert alle vijf als ƩƩn pakket, gegeven voor hetzelfde doel en dezelfde periode. Je kunt ze niet arbitrair splitsen.
Veelvoorkomende tegenwerpingen
Excuus: "De apostelen waren alleen de twaalf discipelen"
Deze bewering wordt weerlegd door de Schrift zelf. Paulus was geen lid van de oorspronkelijke twaalf, maar noemde zichzelf herhaaldelijk een apostel (Romeinen 1:1, 1 Korintiƫrs 1:1, 2 Korintiƫrs 1:1). Barnabas werd ook een apostel genoemd (Handelingen 14:14). Jakobus, de broer van de Heer, wordt een apostel genoemd (Galaten 1:19). Andronikus en Junia worden "vermaard onder de apostelen" genoemd (Romeinen 16:7).
Het apostelschap was dus breder dan alleen de twaalf. God riep en zond meer mannen met apostolische autoriteit.
Bovendien, als het apostelschap beperkt was tot de twaalf, waarom voelden de discipelen dan de noodzaak om Judas te vervangen door Matthias (Handelingen 1:15-26)? Ze begrepen dat het apostolische ambt voortgezet moest worden. De kerk had leiding nodig, en God voorzag daarin.
Excuus: "We hebben de geschreven Bijbel, dus geen profeten meer nodig"
Dit argument miskent het onderscheid tussen de canon van de Schrift (die inderdaad afgesloten is) en de voortdurende bediening van profetie zoals beschreven in 1 Korintiƫrs 14. In dit hoofdstuk moedigt Paulus de gemeente aan te "jagen naar de liefde, doch ijvert naar de geestelijke gaven, maar vooral dat gij profeteert" (1 Korintiƫrs 14:1).
Profetie in de nieuwtestamentische zin betekent niet het toevoegen aan de Schrift, maar het spreken van Gods woord voor opbouw, vermaning en vertroosting (1 Korintiƫrs 14:3). Het is het verkondigen van goddelijke waarheid die reeds in de Schrift staat, toegepast op specifieke situaties.
Hier zien we een belangrijk onderscheid: de fundamentele openbaring is compleet in de Schrift (Judas 3 spreekt over "het geloof, dat eens den heiligen overgeleverd is"), maar de toepassing en verkondiging van die openbaring gaat door. Een profeet vandaag voegt geen nieuwe doctrines toe, maar verklaart en past toe wat God al heeft geopenbaard.
Excuus: "Iedereen kan toch prediken, waarom heb je apostelen en profeten nodig?"
Niet iedereen is geroepen om te prediken. Jakobus 3:1 waarschuwt: "Mijne broeders, wordt niet velen leraars, wetende, dat wij zwaarder oordeel zullen ontvangen." God roept specifieke personen tot specifieke diensten.
De bediening van apostel en profeet vereist een bijzondere, goddelijke roeping en uitrusting. Het is geen kwestie van menselijke ambitie of opleiding, maar van goddelijke aanwijzing.
Het geheim van goddelijke roeping
Voorbestemming en Uitverkiezing
Zoals Jeremia 1:5 verklaart: "Eer Ik u in den buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u tot een profeet over de volken gesteld."
Dit vers openbaart een diepgaande waarheid: elke door God geroepen dienaar is een voorbestemd persoon. God kende hem vóór zijn geboorte, heiligde hem af voor een specifieke taak, en wijdde hem toe aan zijn roeping. Dit geldt voor elke ware dienaar die God ooit geroepen en gezonden heeft.
Deze voorbestemming betekent niet dat anderen geen keus hebben, maar dat God in Zijn voorkennis bepaalde personen uitkiest en toerust voor specifieke taken. We zien dit patroon bij Paulus (Galaten 1:15: "toen het Gode beliefde, Die mij van mijner moeders lijf af afgezonderd heeft"), bij Johannes de Doper (Lucas 1:15: "want hij zal groot zijn voor den Heere"), en bij vele anderen door de geschiedenis.
Het aanraken van de mond
Jeremia's roeping bevat een krachtige illustratie. In vers 6 protesteert Jeremia: "Ach, Heere HEERE! zie, ik kan niet spreken, want ik ben een jongeling." God antwoordt in vers 7-9: "Zeg niet: Ik ben een jongeling; maar gij zult gaan tot allen, tot wie Ik u zenden zal, en spreken alles, wat Ik u gebieden zal. Vrees niet voor hun aangezicht; want Ik ben met u... Zie, Ik leg Mijn woorden in uw mond."
Dit symboliseert de goddelijke uitrusting van de ware prediker. God moet iemands mond aanraken, dat wil zeggen, zalven en toerusten, voordat hij de dingen van God effectief kan spreken.
De levende kool van Jesaja
Een vergelijkbare gebeurtenis vinden we in Jesaja 6. Wanneer Jesaja de Heere in Zijn tempel ziet, roept hij uit: "Wee mij, want ik verga; dewijl ik een man van onreine lippen ben" (vers 5). Dan gebeurt er iets opmerkelijks in vers 6-7: "Toen vloog een der serafijnen tot mij, en hij had een gloeiende kool in zijn hand, die hij met de tang van het altaar genomen had. En hij roerde mijn mond aan, en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeroerd; alzo is uw misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend."
De levende kool, een kool die in het vuur heeft gelegen, symboliseert Gods zuiverende tegenwoordigheid. Vuur verteert onzuiverheid en zuivert. Voordat Jesaja kon spreken namens God, moest zijn mond gezuiverd worden door de levende kool.
Deze zuivering is essentieel voor elke ware dienaar. Zonder de reinheid van Gods vuur spreken mensen hun eigen gedachten, hun eigen theologie, hun eigen compromissen. Maar wanneer God iemands mond aanraakt met Zijn heilige vuur, komen alleen Gods woorden eruit, onvervalst, onverwaterd, ongecompromitteerd. Dit verklaart waarom sommige predikers zonder moeite de waarheid spreken terwijl anderen struikelen over elke controversiƫle kwestie.
De goddelijke taak: Uitrukken en planten
Jeremia 1:10 beschrijft de verantwoordelijkheid van Gods gezondene: "Zie, Ik stel u heden over de volken en over de koninkrijken, om uit te rukken, en af te breken, en te verderven, en te verstoren; ook om te bouwen en te planten."
Dit is geen zachte, compromitterende bediening. Het is een radicale opdracht met twee fasen:
Fase 1: Destructie van het valse
Uitrukken; Zoals je een plant volledig met wortel en al uit de grond trekt, moet vals onderwijs volkomen uitgerukt worden. Geen restje mag overblijven.
Afbreken; Religieuze constructies die niet op Gods Woord gebouwd zijn, moeten gesloopt worden.
Verderven; Valse doctrines moeten vernietigd worden.
Verstoren; Systemen die mensen van de waarheid weghouden, moeten ontwricht worden.
Dit verklaart waarom echte profetische bediening vaak als "negatief" of "veroordelend" wordt ervaren. De cultuur van vandaag wil alleen "positieve" boodschappen horen, bemoediging zonder confrontatie, zegen zonder heiligheid. Maar Gods orde vereist eerst het uitrukken van onkruid voordat gezonde planten kunnen groeien. Je kunt geen gezonde tuin planten op grond die vol onkruid staat.
Fase 2: Constructie van het ware
Bouwen; Nadat het valse weggeruimd is, moet de waarheid opgebouwd worden. Dit betekent het systematisch onderwijzen van gezonde doctrine.
Planten; Waar voorheen onkruid stond, moeten nu de waarheden van Gods Woord geplant worden, zodat ze wortel kunnen schieten en vrucht kunnen dragen.
Deze tweeledige opdracht is cruciaal. Veel predikers willen alleen "bouwen" zonder eerst "af te breken". Het resultaat is een mengelmoes van waarheid en dwaling. Andere predikers breken alleen af zonder ooit op te bouwen. Het resultaat is een gemeenschap vol kritiek maar zonder richting.
De autoriteit van het gesproken woord
Johannes 17:14 bevat Jezus' gebed voor Zijn apostelen: "Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben."
Let op de formulering: "Ik heb hun Uw woord gegeven." Jezus Christus had Gods woorden aan de apostelen gegeven. Dit verklaart hun buitengewone kennis en gezag. Ze spraken niet uit menselijke wijsheid, maar uit goddelijke openbaring.
Hetzelfde principe geldt voor echte apostelen en profeten vandaag. Zij spreken niet hun eigen gedachten, maar Gods woorden die aan hen gegeven zijn.
Dit onderscheidt ware dienaren van valse leraars. Valse leraars citeren wel de Bijbel, maar mengen het met menselijke filosofie, culturele compromissen en persoonlijke meningen. Ware dienaren spreken alleen wat God hun gegeven heeft. Dit verklaart waarom hun boodschap vaak zo radicaal verschilt van de populaire religie van hun tijd, ze zijn niet gebonden aan menselijke traditie, maar alleen aan Gods Woord.
Het resultaat: Haat van de wereld
Jezus Christus voegt toe: "en de wereld heeft hen gehaat". Dit is geen toevallig neveneffect, maar een onvermijdelijk gevolg. Wanneer iemand echt Gods woorden spreekt, zal de wereld (inclusief religieuze systemen die met de wereld gecompromitteerd hebben) hen haten.
Dit is een toetssteen: als je boodschap door iedereen geaccepteerd wordt, spreek je waarschijnlijk niet Gods onvervalste waarheid. Jezus Christus zei in Johannes 15:19: "Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld verkoren heb, daarom haat u de wereld."
De bron van kennis: Goddelijk, niet academisch
Een opmerkelijk kenmerk van ware profetische bediening is dat het niet afhankelijk is van menselijke opleiding. Dit betekent niet dat opleiding verkeerd is, maar dat goddelijke roeping voorafgaat aan academische kwalificaties.
Petrus en Johannes waren "ongeleerde en slechte lieden" volgens Handelingen 4:13, maar het Sanhedrin "verwonderden zich, en bekenden hen, dat zij met Jezus Christus geweest waren." Hun kennis kwam niet van rabbijnse scholen, maar van gemeenschap met Christus.
In onze moderne context betekent dit dat iemand die werkelijk door God geroepen is, in staat zal zijn om de Schriften te verklaren met een diepte en helderheid die natuurlijke studie alleen niet kan produceren. Dit is geen excuus voor intellectuele luiheid, Gods dienaren moeten hard studeren (2 Timoteüs 2:15: "Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt"). Maar de bron van hun inzicht is goddelijke openbaring, niet menselijke analyse.
Illustratie: De chirurg en de theoloog
Stel je een chirurg voor die een complexe operatie uitvoert zonder ooit geneeskunde gestudeerd te hebben. Dat zou waanzin zijn. Maar stel je nu een theoloog voor die alles over God geleerd heeft van andere mensen, maar nooit persoonlijk door God onderwezen is. Dat is geestelijke waanzin.
In natuurlijke zaken hebben we opleiding nodig. In geestelijke zaken hebben we allereerst goddelijke openbaring nodig. Opleiding kan helpen om te organiseren en communiceren wat God geopenbaard heeft, maar het kan Gods openbaring zelf niet vervangen.
De test van onverschrokkenheid
Jeremia 1:8 bevat Gods belofte: "Vrees niet voor hun aangezicht; want Ik ben met u." Dit wordt herhaald in vers 17: "Gij dan, gord uw lenden, en sta op, en spreek tot hen al wat Ik u gebieden zal; ontzet u niet voor hun aangezicht."
Onverschrokkenheid is een kenmerk van ware profeten. Zij vrezen geen mens, geen koning, geen president, geen religieuze leider, geen sociale druk. Hun enige vrees is voor God alleen.
Dit verklaart waarom zoveel moderne predikers struikelen over controversiƫle onderwerpen. Ze zijn bang voor de consequenties: verlies van populariteit, kritiek in sociale media, economische druk, sociale uitsluiting. Maar een door God gezonden dienaar vreest deze dingen niet, want hij vreest God alleen.
In de Nederlandse samenleving van vandaag betekent dit dat een ware profeet zal spreken over onderwerpen die cultureel gevoelig zijn: huwelijkstrouw in een tijd van echtscheiding, seksuele zuiverheid in een hyperseksualiseerde cultuur, het exclusieve evangelie in een pluralistische samenleving, de heiligheid van het leven in een cultuur die abortus en euthanasie normaliseert. Hij zal niet zwichten voor de eisen van politieke correctheid of sociale acceptatie.
Het contrast met valse predikers
Valse predikers zijn te herkennen aan hun angst en compromissen. Ze zijn bang om regeringen te confronteren, bang om populaire doctrines te weerspreken, bang om mensen te verliezen. Hun boodschap past zich aan aan wat het publiek wil horen.
Echte profeten daarentegen spreken wat God zegt, ongeacht de consequenties. Hun moed komt niet van zichzelf, maar van het besef dat God met hen is. Zoals God aan Jeremia zei: "Ik ben met u, om u te redden" (Jeremia 1:8).
Het levende kool principe toegepast
Wanneer Gods levende kool iemands mond heeft aangeraakt, worden bepaalde waarheden onwrikbaar:
De eenheid van God; Er is geen verwarring over de Godheid. Geen scheiding tussen Jehova en Jezus Christus. Geen drie aparte goden. Maar ƩƩn God, geopenbaard in Christus.
De heiligheid van het huwelijk; Geen acceptatie van echtscheiding en hertrouwen terwijl de oorspronkelijke echtgenoot nog leeft, want Jezus Christus zei duidelijk in Mattheüs 19:9: "En Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en een andere trouwt, die pleegt overspel."
De orde in de gemeente; Geen vrouwelijke predikers in strijd met 1 Timoteüs 2:12: "Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerschappij voere, maar wil, dat zij in stilheid zij." Dit is geen vrouwenhaat, maar goddelijke orde.
Seksuele zuiverheid; Geen compromis met homoseksualiteit, want Leviticus 18:22 stelt: "Gij zult niet bij een manspersoon liggen, met vrouwelijke bijligging; dit is een gruwel." En 1 Korintiƫrs 6:9-10 bevestigt dat "schandjongens" het Koninkrijk Gods niet zullen beƫrven.
Deze stellingnames zijn vandaag uiterst controversieel. De cultuur beschuldigt iedereen die deze waarheden verkondigt van "haatzaaien" of "discriminatie". Maar een mond die door Gods levende kool is aangeraakt, kan deze waarheden niet verloochenen. Het zou betekenen God te verloochenen. De profeet spreekt niet uit haat jegens mensen, maar uit liefde voor God en Zijn waarheid, Ʃn uit ware liefde voor mensen die de waarheid moeten horen om verlost te worden.
De relevantie voor De Waarheid Gods
Als gemeenschap moeten we begrijpen dat God nog steeds dezelfde ambten in Zijn kerk plaatst als in het eerste-eeuwse Jeruzalem. Wij zijn niet achtergesteld. Wij hebben toegang tot dezelfde kracht, dezelfde leiding, dezelfde uitrusting.
Maar dit betekent ook verantwoordelijkheid. Als God apostelen en profeten zendt, moeten wij hen herkennen en ontvangen. Jezus Christus waarschuwde in Mattheüs 10:41: "Die een profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon eens profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal het loon eens rechtvaardigen ontvangen."
Omgekeerd geldt ook: degenen die ware profeten afwijzen, missen de zegen en leiding die God door hen wil geven. In 2 Kronieken 20:20 staat: "Gelooft in den HEERE, uw God, zo zult gij bevestigd worden; gelooft in Zijn profeten, zo zult gij voorspoedig zijn." Het ontvangen van Gods gezondenen is niet optioneel, maar essentieel voor geestelijke voorspoed.
Het onderscheid tussen echt en nep
De vraag is niet of er vandaag apostelen en profeten zijn, maar hoe we echte van valse kunnen onderscheiden. De Bijbel geeft duidelijke criteria:
1. Overeenstemming met de Schrift
Jesaja 8:20: "Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben." Elke bewering van profetische autoriteit moet getoetst worden aan Gods geschreven Woord.
Dit is cruciaal: een ware profeet kan nooit iets zeggen dat in strijd is met de Schrift. God spreekt Zichzelf niet tegen. Als iemand claimt een "nieuw woord van God" te hebben dat de Bijbel tegenspreekt of eroverheen gaat, is die persoon een valse profeet. Het geschreven Woord blijft de absolute standaard.
2. De vrucht van hun leven
Mattheüs 7:16: "Aan hun vruchten zult gij hen kennen." Het leven van een ware dienaar moet overeenstemmen met de boodschap die hij predikt. Heiligheid, integriteit, nederigheid, deze eigenschappen moeten zichtbaar zijn.
Let op: dit betekent niet perfectie. Bijbelse leiders waren ook zondaars (zoals Davids overspel of Petrus' verloochening). Maar er moet een algemeen patroon van heiligheid zijn, en snelle berouw wanneer ze falen. Valse leiders daarentegen tonen een patroon van voortdurende zonde zonder berouw, hebzucht, seksuele onzuiverheid, machtsmisbruik, terwijl ze hun autoriteit blijven claimen.
3. Het effect van hun bediening
1 Korintiƫrs 14:3: "Maar die profeteert, spreekt den mensen stichting, en vermaning, en vertroosting." Echte profetische bediening bouwt op, vermaant waar nodig, en troost waar gepast.
Valse profeten kunnen mensen vermaken of emotioneel manipuleren, maar ze bouwen niet werkelijk op in de waarheid. Ze laten mensen achter met goed gevoel maar zonder transformatie.
Het gevaar van valse apostelen en profeten
Jezus Christus waarschuwde in Mattheüs 24:11: "En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden." De aanwezigheid van namaak bewijst het bestaan van het echte. Niemand maakt nep-geld als er geen echt geld is. Het feit dat er valse apostelen en profeten zijn, bevestigt dat er ook echte zijn.
Openbaring 2:2 prijst de gemeente van Efeze: "en gij hebt beproefd degenen, die zeggen, dat zij apostelen zijn, en zijn het niet; en hebt hen leugenaars bevonden." We moeten waakzaam zijn en iedereen testen.
In onze tijd zijn valse profeten overvloedig: mensen die welvaart prediken in strijd met Jezus' leer over zelfverloochening; mensen die valse visioenen en dromen verkopen die niet met de Schrift overeenstemmen; mensen die hun autoriteit gebruiken om zichzelf te verrijken in plaats van de kudde te dienen. 2 Petrus 2:3 waarschuwt: "En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koophandel maken." We moeten deze wolven in schaapskleren herkennen en ontmaskeren.
De vervulling van Efeziƫrs 4
Laten we terugkeren naar Efeziƫrs 4:11-13: "En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als evangelisten, en sommigen als herders en leraars, tot volmaking van de heiligen, tot dienstwerk, tot opbouwing van het lichaam van Christus; totdat wij allen zullen gekomen zijn tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus."
Let op het woord "totdat". Deze ambten blijven functioneren totdat bepaalde doelen bereikt zijn:
De enigheid des geloofs; Zijn alle gelovigen het eens over de fundamentele waarheden? Nee, er zijn duizenden denominaties met tegenstrijdige doctrines.
De kennis van den Zoon Gods; Kent de kerk Christus volledig? Nee, we groeien nog steeds in kennis.
Een volkomen man; Is de kerk volgroeid tot de volle maat van Christus? Nee, we zijn nog steeds in ontwikkeling.
Omdat deze doelen nog niet bereikt zijn, blijven alle vijf ambten noodzakelijk.
Dit heeft praktische implicaties. Als een gemeente claimt compleet te zijn zonder apostelen of profeten, beweert die gemeente eigenlijk dat ze alle genoemde doelen al bereikt heeft. Dat is arrogantie en zelfbedrog. Elke eerlijke blik op de kerk vandaag toont dat we nog ver verwijderd zijn van volmaaktheid. We hebben alle vijf ambten dringend nodig.
De taak van de moderne profeet
Een door God geroepen profeet in de 21e eeuw heeft dezelfde opdracht als Jeremia: uitrukken en planten. In de Nederlandse context betekent dit:
Uit te rukken:
Het religieuze traditionalisme dat de levende waarheid heeft vervangen door dode rituelen
Het welvaartsevangelie dat Christus verandert in een hemelse geldautomaat
De acceptatie van zonde onder het mom van "liefde" en "genade"
De verwatering van het evangelie om het cultureel acceptabel te maken
De verheffing van menselijke mening boven Gods geopenbaarde Woord
Specifiek in Nederland moeten we ook uitrukken: de idee dat "tolerantie" betekent dat alle waarheidsclaims gelijk zijn; de aanname dat werelds denken neutraal is (het is een religieus systeem op zichzelf); de gedachte dat sociale progressiviteit gelijk staat aan morele vooruitgang; en de mythologie van het "vrije denken" dat in werkelijkheid slavernij is aan culturele trends.
Te planten:
Het zuivere evangelie van berouw en bekering
De doctrine van heiligheid zonder compromis
Het gezag van de Schrift in alle levensbereiken
De vrees des Heeren als het begin van wijsheid
De hoop op Christus' wederkomst als ultieme verlossing
We moeten ook planten: een Bijbelse visie op het menselijk leven van conceptie tot natuurlijke dood; een verstaan van seksualiteit binnen Gods ontwerp van het huwelijk tussen man en vrouw; een toewijding aan waarheid boven gevoel, objectiviteit boven subjectiviteit; en een bereidheid om te lijden voor gerechtigheid in een cultuur die comfort boven Christus verkiest.
Het geheim van goddelijke vaardigheid
Er is een opmerkelijke vaardigheid die ware dienaren van God bezitten: het vermogen om de Schrift te "ontleden" tot in de kleinste details. Zoals een wiskundige een breuk kan reduceren tot de kleinste gemeenschappelijke deler, kan een door God onderwezen dienaar een Bijbelpassage ontleden tot de kern ervan.
Deze vaardigheid komt niet van bijbelscholen of theologische opleidingen, hoe waardevol die ook kunnen zijn in bepaalde opzichten. Het komt van goddelijke instructie. Zoals Jesaja 54:13 zegt: "En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn; en de vrede uwer kinderen zal groot zijn."
Illustratie: Het atoom splitsen
Wanneer wetenschappers een atoom splitsen, komen ze tot de kern, de nucleus. Op vergelijkbare wijze kan een door God onderwezen dienaar een Bijbelpassage "splitsen" om de essentie, de nucleus van de waarheid te onthullen. Dit is geen intellectuele truc, maar een goddelijk geschenk.
Paulus spreekt hierover in 1 Korintiƫrs 2:9-10: "Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklomen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben. Maar God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods."
Dit verklaart waarom sommige mensen jarenlang de Bijbel kunnen lezen en oppervlakkig blijven, terwijl anderen diepgaande waarheden ontdekken die hun leven transformeren. Het verschil is niet intelligentie of opleiding, maar de verlichting door Gods Geest. Johannes 14:26 belooft: "Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb."
De kenmerken van valse religieuze leiders
Om ware profeten te herkennen, moeten we ook weten hoe valse leiders eruit zien. De Bijbel geeft duidelijke waarschuwingen:
1. Angst en zwakte
Echte dienaren van God zijn moedig. Valse leiders zijn angstig en zwak wanneer het aankomt op het verdedigen van de waarheid. Ze zijn bang voor sociale verwerping, economisch verlies, of politieke consequenties.
Jeremia 23:9-10 beschrijft valse profeten: "Mijn hart is in het binnenste van mij gebroken, al mijn beenderen bewegen zich... want het land is vol overspelers."
In de moderne context betekent dit: predikers die zwijgen over zonde om hun podium niet te verliezen; leiders die doctrine aanpassen aan culturele trends om relevant te blijven; dienaren die Gods Woord manipuleren om donateurs tevreden te houden. Deze mensen dienen niet God, maar hun eigen buik (Romeinen 16:18).
2. Het prediken van wat mensen willen horen
2 Timoteüs 4:3-4 waarschuwt: "Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; en zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen."
Valse leiders prediken wat oren willen horen: welvaart zonder heiligheid, zegen zonder gehoorzaamheid, hemel zonder bekering.
Herken dit patroon in moderne megakerken die groter worden door hun boodschap te verweken: geen preek over hel, geen oproep tot verloochening, geen confrontatie van zonde. Alleen positieve affirmaties, psychologische zelfhulp verpakt in christelijke terminologie, en beloften van materiƫle zegen. Dit is geen evangelie, maar entertainment.
3. Hebzucht en materialisme
1 Timoteüs 6:5 spreekt over mensen "die menen, dat de godzaligheid een gewin zij." Valse leiders gebruiken religie als middel tot persoonlijke verrijking.
Micha 3:11 veroordeelt hen: "Hun hoofden richten naar geschenken, en hun priesters leren om loon, en hun profeten waarzeggen om geld."
In onze tijd manifesteert dit zich in: predikers met privƩvliegtuigen die beweren dat God wil dat ze in luxe leven; leiders die "zaaien om te oogsten" doctrines prediken die de armen uitbuiten; leiders die hun "profetische woorden" verkopen voor geld. Deze mensen zijn handelaren, geen herders.
De transformerende kracht van echte profetie
Wanneer iemand echt door God aangeraakt en uitgezonden is, transformeert zijn mond. Wat voorheen gebruikt werd voor kwaad, wordt nu gebruikt voor goed.
Het voorbeeld van Paulus
Paulus is een krachtig voorbeeld. Handelingen 9:1 beschrijft hem voor zijn bekering: "En Saulus, nog dreiging en moord blazende tegen de discipelen des Heeren." Zijn mond was vol godslastering en vervolging.
Maar na zijn ontmoeting met Christus op de weg naar Damascus, transformeerde zijn mond volledig. Handelingen 9:20 zegt: "En hij predikte Christus van stonde aan in de synagogen, dat Hij de Zoon Gods is."
Dezelfde mond die Christus vervloekte, predikte nu Christus. Dit is de kracht van goddelijke transformatie.
Dit principe geldt nog steeds. Wanneer God iemands leven aanraakt, verandert hun spraak radicaal. Een mond die vloekte, gaat prijzen. Een tong die loog, spreekt waarheid. Lippen die roddelden, bemoedigen nu. Dit is geen cosmetische verandering, maar een fundamentele transformatie van binnenuit. Jakobus 3:10 zegt dat uit dezelfde mond geen zegen en vloek horen te komen, en bij echte bekering gebeurt dat ook niet meer.
Het principe van gezag over natiƫn
Jeremia 1:10 spreekt een opmerkelijke autoriteit toe: "Zie, Ik stel u heden over de volken en over de koninkrijken." Dit is geen politieke macht, maar geestelijke autoriteit.
Een ware profeet spreekt met autoriteit die koninkrijken en naties treft. Hij spreekt niet op eigen gezag, maar met het gezag van God die hem zond. Zijn woorden hebben kracht omdat ze Gods woorden zijn.
Historische voorbeelden
Elia confronteerde koning Achab en profeteerde droogte over het hele land (1 Koningen 17:1)
Jesaja adviseerde koningen en sprak over het lot van naties (Jesaja 7, 39)
Daniƫl interpreteerde dromen van wereldleiders en profeteerde over wereldrijken (Daniƫl 2, 7)
Johannes de Doper veroordeelde koning Herodes voor zijn overspel (Marcus 6:18)
Vandaag betekent dit dat een ware profeet niet bang is om regeringsbeleid te beoordelen aan de hand van Gods Woord, om culturele trends te bekritiseren die in strijd zijn met goddelijke principes, om economische systemen te confronteren die op hebzucht gebouwd zijn. Dit is geen politieke activisme, maar profetische verantwoordelijkheid. De profeet spreekt niet namens een politieke partij, maar namens de Koning van de koningen.
De noodzaak van volharding
Gods roeping is niet tijdelijk. Jeremia 1:9 zegt: "Ik leg Mijn woorden in uw mond." Let op: God legt Zijn woorden IN de mond, niet alleen OP de mond. Het is een blijvende inwoning van goddelijke waarheid.
Dit verklaart de onwrikbare volharding van ware profeten. Ze kunnen niet stoppen met prediken, zelfs als ze dat zouden willen. Jeremia zelf probeerde te stoppen, maar kon het niet. Jeremia 20:9: "Zo ik zeg: Ik zal Zijns niet gedenken, noch meer in Zijn Naam spreken; zo is er in mijn hart als brandende vuur, in mijn beenderen opgesloten; en ik word moede van verdragen, en kan niet."
Deze innerlijke dwang onderscheidt ware roeping van beroepskeuze. Veel mensen "kiezen" voor het bediening als carriĆØre. Ware profeten hebben geen keus, ze moeten spreken. Het is een goddelijke noodzaak die hen verteert. Ze kunnen niet zwijgen, zelfs wanneer spreken hen alles kost. Dit verklaart waarom martelaren liever sterven dan hun getuigenis te verloochenen.
De eenheid van de Godheid
Een cruciaal onderwerp waar een door God gezonden dienaar helderheid over moet hebben, is de natuur van God zelf. Er is veel verwarring over de Godheid, maar de Schrift is duidelijk.
Deuteronomium 6:4 verklaart: "Hoor, Israƫl! de HEERE, onze God, is een enig HEERE!" Let op: ƩƩn Heere, niet drie.
Jesaja 44:6: "Zo zegt de HEERE, de Koning van Israƫl, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God."
Jesaja 45:5: "Ik ben de HEERE, en niemand anders; er is geen God behalve Ik."
De moderne drie-eenheid doctrine van drie aparte goddelijke personen is niet Bijbels. De Bijbel leert één God die Zich op verschillende manieren openbaart. In de schepping als de Vader, in de verlossing als de Zoon (God geopenbaard in het vlees, 1 Timoteüs 3:16), in de inwoning als de Heilige Geest. Maar het is steeds dezelfde ene God. Kolossenzen 2:9 zegt over Christus: "Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk." Niet een derde van de Godheid, niet een persoon van een drieëenheid, maar de volledige Godheid.
Jezus Christus zelf bevestigde dit in Johannes 10:30: "Ik en de Vader zijn ƩƩn." En in Johannes 14:9: "Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien."
De orde in de kerkgemeente
Een ander gebied waar goddelijke helderheid nodig is, is de orde in de gemeente van Christus. God is een God van orde, niet van verwarring (1 Korintiƫrs 14:33).
De positie van de vrouw
1 Korintiƫrs 14:34-35 stelt duidelijk: "Laat uw vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken; maar bevolen te zijn onder gehoorzaamheid, gelijk ook de wet zegt. En indien zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het is schande voor de vrouwen in de gemeente te spreken."
1 Timoteüs 2:11-12 herhaalt dit: "Laat een vrouw in stilheid leren, met alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerschappij voere, maar wil, dat zij in stilheid zij."
Dit is geen culturele voorkeur van Paulus, maar goddelijke orde. Hij baseert het op de scheppingsorde zelf (1 Timoteüs 2:13: "Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva").
In de moderne context is dit extreem controversieel. De cultuur beschuldigt deze leer van seksisme. Maar Gods wijsheid is hoger dan menselijke meningen. Deze orde beschermt zowel mannen als vrouwen, en stelt gezag en verantwoordelijkheid op de juiste plaats. Vrouwen hebben cruciale rollen in het Koninkrijk, ze kunnen bidden, profeteren (1 Korintiƫrs 11:5), onderwijzen aan andere vrouwen en kinderen (Titus 2:3-4), dienen, evangeliseren, en ontelbare andere taken vervullen. Maar de leerambt en gezagsrol zijn gereserveerd voor mannen volgens Gods ontwerp.
Seksuele reinheid
Hebreeƫn 13:4: "Het huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar de hoereerders en overspelers zal God oordelen."
1 Korintiƫrs 6:18: "Vliedt de hoererij. Alle zonde, die een mens doet, is buiten het lichaam; maar die hoererij doet, zondigt tegen zijn eigen lichaam."
Dit betekent concreet: geen seks voor het huwelijk, geen overspel, geen pornografie, geen homoseksuele praktijken. Dit is niet populair, maar het is Bijbels. De cultuur zegt dat deze standaard ouderwets en onderdrukkend is. Maar Gods wegen zijn altijd het beste voor de mens. Seksuele onreinheid vernietigt levens, gezinnen, en gemeenschappen. Gods geboden beschermen ons.
Het uiteindelijke doel: De wederkomst van Christus
Al deze ambten, apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars, zijn tijdelijk in de zin dat ze horen bij de huidige bedeling. Ze functioneren totdat Christus terugkomt.
1 Korintiƫrs 13:8-10: "De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetiƫn, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden. Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele. Maar wanneer hetgeen volmaakt is, zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden."
"Hetgeen volmaakt is" verwijst naar de voltooiing van Gods plan bij Christus' wederkomst. Dan zullen we niet meer "ten dele" kennen, maar volkomen, zelfs gelijk we gekend zijn.
Tot die dag blijven we deze ambten nodig hebben. We kunnen niet vroegtijdig concluderen dat ze vervuld zijn. Christus is nog niet teruggekeerd. De kerk is nog niet volmaakt. Het werk is niet voltooid. Daarom moeten we blijven bidden om arbeiders in de oogst (Mattheüs 9:38), blijven uitkijken naar door God gezonden leiders, en blijven volgen waar God leidt.
Praktische toepassingen voor vandaag
Hoe moeten gelovigen in de Nederlandse context reageren op deze leer?
1. Verwerp menselijke traditie
Kolossenzen 2:8: "Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdel bedrog, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus."
Veel kerken functioneren op basis van traditie in plaats van Bijbelse waarheid. Ze beweren dat apostelen en profeten ophielden omdat "dit altijd zo geleerd is." Maar traditie is geen waarheid als het de Schrift tegenspreekt.
Wees bereid alles te onderzoeken. Vraag niet "Wat heeft onze denominatie altijd geleerd?" maar "Wat zegt de Bijbel?" De Bereƫrs werden geprezen omdat ze "dagelijks de Schriften onderzochten, of deze dingen alzo waren" (Handelingen 17:11). Volg hun voorbeeld.
2. Test alle dingen
1 Thessalonicenzen 5:20-21: "Veracht de profetiƫn niet. Beproeft alle dingen; behoudt het goede."
We moeten niet elke claim van apostelschap of profetie onmiddellijk accepteren of verwerpen. We moeten testen volgens de Schrift.
Leer geestelijk onderscheid te maken. Studeer Gods Woord zodat je vals van echt kunt onderscheiden. Wanneer iemand claimt een profeet te zijn, vraag: Spreekt hij in overeenstemming met de volledige raad van Gods Woord? Is zijn leven heilig? Leidt zijn bediening tot ware godsvrucht of alleen tot emotionele opwinding? Wijst hij mensen naar zichzelf of naar Christus?
3. Ontvang ware dienaren
Wanneer God een ware apostel of profeet zendt, moeten we hem ontvangen. Mattheüs 10:40: "Die u ontvangt, die ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Dengene, Die Mij gezonden heeft."
Dit betekent niet blinde gehoorzaamheid. Elke leraar moet getoetst worden. Maar wanneer iemand echt van God is, moeten we zijn boodschap ontvangen, zelfs als die oncomfortabel is. We moeten bereid zijn gecorrigeerd, onderwezen en geleid te worden door hen die God over ons gesteld heeft.
4. Bid voor goddelijke zending
We moeten bidden dat God arbeiders in de oogst zendt. Lukas 10:2: "De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige; daarom bidt den Heere des oogsts, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzende."
Specifiek, bid dat God apostelen en profeten zendt naar Nederland en Europa, waar het christendom zo verwaterd is. Bid om mannen en vrouwen die vol zijn van de Heilige Geest en van kracht, die niet bang zijn om de waarheid te spreken, die niet geĆÆntimideerd worden door wereldse of religieuze oppositie. De oogst is groot, maar waar zijn de arbeiders?
Waarschuwing tegen zelf-aanstelling
Hoewel we erkennen dat God nog steeds apostelen en profeten roept, moeten we waakzaam zijn tegen zelf-aanstelling. Jeremia 23:21: "Ik heb deze profeten niet gezonden, nochtans hebben zij gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben zij geprofeteerd."
Niemand kan zichzelf tot apostel of profeet benoemen. Dit is een goddelijke roeping, geen menselijke ambitie. Hebreeƫn 5:4: "En niemand neemt zichzelven die eer, maar die van God geroepen wordt."
In onze tijd zien we veel zelf-benoemde "apostelen" en "profeten" die titels verzamelen als trofeeƫn, maar geen ware bediening hebben. Ze organiseren conferenties waar ze elkaar zogenaamd kracht of gaven doorgeven en aanmoedigen, maar zonder Bijbelse basis.. Ze produceren eindeloze "profetieƫn" die vaag, algemeen, en vaak fout zijn. Deze mensen brengen de ware profetische bediening in diskrediet.
De ultieme profeet: Jezus Christus
Ten slotte moeten we herkennen dat alle ware profeten en apostelen wijzen naar de Ultieme Profeet: Jezus Christus zelf.
Deuteronomium 18:15: "Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen."
Petrus past dit toe op Christus in Handelingen 3:22-23: "Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen in alles, wat Hij tot u spreken zal. En het zal geschieden, dat alle ziel, welke dien Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit het volk."
Christus is de volmaakte openbaring van God. Hebreeƫn 1:1-2: "Nadat God eertijds menigmaal en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon."
Daarom, hoewel we apostelen en profeten erkennen en ontvangen, aanbidden we hen niet. We volgen hen alleen voor zover zij Christus volgen (1 Korintiƫrs 11:1). Onze uiteindelijke loyaliteit is aan Christus alleen. Elke boodschap, elke leer, elke openbaring moet getoetst worden aan Zijn Woord en Zijn karakter. Hij is de Alpha en Omega, het Begin en het Einde, de Weg, de Waarheid en het Leven.
Conclusie: Ons antwoord
De vraag "Zijn er vandaag nog apostelen en profeten?" wordt duidelijk beantwoord door de Schrift: Ja, totdat Christus terugkeert en Zijn kerk volmaakt is.
Maar dit roept verdere vragen op voor elk van ons:
Herkennen we Gods stem wanneer Hij door Zijn gezondenen spreekt?
Zijn we bereid oncomfortabele waarheden te horen?
Onderscheiden we tussen echt en vals?
Reageren we in gehoorzaamheid op goddelijke correctie?
De gemeente heeft altijd apostelen en profeten nodig gehad. In de eerste eeuw om de fundamenten te leggen. In de daaropvolgende eeuwen om de waarheid te bewaken tegen ketterij. In de Reformatie om terug te keren naar Bijbelse principes. En vandaag, in een tijd van ongekende verwarring en afval, misschien meer dan ooit.
Laten we als De Waarheid Gods gemeenschap blijven hongeren naar de volheid van Gods uitrusting voor Zijn kerk. Laten we niet tevreden zijn met minder dan wat God bedoeld heeft. Laten we bidden, zoeken, en verwachten dat God doet wat Hij beloofd heeft: apostelen en profeten zenden totdat Zijn werk voltooid is.
En moge we, wanneer Hij deze dienaren zendt, wijs genoeg zijn om hen te herkennen, nederig genoeg om hen te ontvangen, en gehoorzaam genoeg om hun Bijbels onderwijs te volgen.
Want uiteindelijk gaat het niet om titels of posities. Het gaat om de opbouw van het lichaam van Christus, de verkondiging van het onvervalste evangelie, en de voorbereiding van een bruid die zonder vlek of rimpel zal zijn wanneer de Bruidegom terugkeert.
Maranatha, Kom, Heere Jezus!
"En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als evangelisten, en sommigen als herders en leraars, tot volmaking van de heiligen, tot dienstwerk, tot opbouwing van het lichaam van Christus; totdat wij allen zullen gekomen zijn tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus." (Efeziƫrs 4:11-13)

Opmerkingen