De Zoon des Mensen is de Zoon van God

Er bestaat veel verwarring over wie de Zoon des Mensen is. Sommigen beweren dat de Zoon des Mensen iets anders is dan de Zoon van God. Maar wat zegt Gods Woord hierover? Vandaag behandelen we dit belangrijke onderwerp, waarbij we kijken naar wie God is en wie God niet is.

De verwarring rond de titels

Velen begrijpen niet dat dezelfde persoon verschillende titels kan hebben. In het dagelijks leven hebben we ook verschillende rollen: iemand kan tegelijkertijd een vader, een zoon, een broer, een echtgenoot en een werknemer zijn. Al deze titels beschrijven dezelfde persoon, maar vanuit verschillende relaties.

Zo is het ook met de Zoon van God. Hij draagt vele titels: Zoon des Mensen, Messias, Lam van God, Apostel, Profeet, de Ware Wijnstok, en meer. Dit betekent niet dat het om verschillende personen gaat, maar om verschillende aspecten en rollen van dezelfde persoon.

Wat betekent "Zoon des Mensen"?

De grote vraag is: als Hij de Zoon des Mensen wordt genoemd, van welke mens is Hij dan de zoon? Het antwoord vinden we in Mattheüs 22:41-42:

"Terwijl de Farizeeën bijeenwaren, vroeg Jezus hun: Wat denkt u over de Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tegen Hem: Davids Zoon."

Hier wordt duidelijk dat de Zoon des Mensen de zoon van David is. Niet letterlijk natuurlijk, want Maria had geen gemeenschap met een man (Lukas 1:34), maar Hij kwam voort uit de bloedlijn van David. Daarom wordt Hij "Zoon van David" of "Zoon des Mensen" genoemd.

God is geen mens

Het is belangrijk te begrijpen dat God zelf geen mens is. Zoals Numeri 23:19 zegt:

"God is geen mens, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou. Zou Hij iets zeggen en het dan niet doen? Zou Hij spreken en het niet gestand doen?"

Dit vers maakt duidelijk onderscheid: God is geen mens. God liegt niet zoals mensen dat doen. Alle mensen liegen soms, maar God niet. Alle mensen moeten zich bekeren, maar God niet. Dit is een fundamenteel verschil tussen God en mensen.

De twee naturen van Christus

Wanneer we spreken over de Zoon van God, spreken we over twee naturen in één persoon:

1. De goddelijke natuur: De eeuwige Geest, God zelf

2. De menselijke natuur: Het lichaam dat geboren werd uit Maria

In Lukas 1:31-32 lezen we:

"En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden."

Merk op dat Maria een lichaam baarde, een zoon. Dokters bepalen of een baby een jongen of meisje is door naar het lichaam te kijken, niet naar de geest. De natuur die uit Maria kwam was dus de menselijke natuur, het vlees.

Een eenvoudige illustratie

Laten we dit verduidelijken met een voorbeeld. Denk aan een handschoen. De handschoen zelf heeft geen leven of kracht. Maar wanneer iemands hand in de handschoen zit, kan de handschoen bewegen en dingen oppakken.

Zo is het ook met Christus:

• De handschoen is als het lichaam (de Zoon des Mensen)

• De hand is als de Geest (God) die in het lichaam woont

De handschoen kan zeggen: "Ik ben een handschoen" (menselijke natuur), maar ook "Ik ben de hand" (goddelijke natuur). Beide zijn waar, omdat ze één geheel zijn geworden.

Veelvoorkomende misverstanden

Misverstand 1: "De Zoon des Mensen is de Geest"

Dit is onjuist. De Geest is niet de Zoon des Mensen. De Geest is God, en God is niet een mens, zoals we in Numeri 23:19 lazen. De Zoon des Mensen verwijst naar het lichaam, het vlees.

Tegenstelling: In Hebreeën 9:14 staat:

"Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!"

Hier zien we dat het bloed van Christus (het menselijke deel) werd geofferd door de eeuwige Geest (het goddelijke deel). Als de Zoon des Mensen de Geest zou zijn, dan zou dit betekenen dat de Geest zichzelf offerde, wat niet logisch is volgens de Schrift.

Misverstand 2: "Er zijn twee verschillende zonen"

Sommigen denken dat de Zoon van God en de Zoon des Mensen twee verschillende personen zijn.

Tegenstelling: In Lukas 1:31-32 wordt duidelijk dat dezelfde Zoon die uit Maria geboren werd (Zoon des Mensen) ook de "Zoon van de Allerhoogste" (Zoon van God) genoemd zou worden. Het gaat om dezelfde persoon met verschillende titels.

Misverstand 3: "De Geest is de zoon van David"

Dit is onjuist. De Geest is niet Davids zoon, maar Davids Vader!

Tegenstelling: In Maleachi 2:10 staat:

"Hebben wij niet allen één Vader? Heeft niet één God ons geschapen?"

God is de Vader van allen, inclusief David. De Geest is dus niet Davids zoon, maar zijn Schepper en Vader.

Het offer van het lichaam

Een ander belangrijk punt is dat het het lichaam was dat werd geofferd, niet de eeuwige Geest. In Hebreeën 10:10 lezen we:

"Door die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, eens en voor altijd gebracht."

Het was het lichaam (de Zoon des Mensen, de Zoon van God) dat werd geofferd, niet de Geest zelf. De Geest kan niet sterven; alleen het vlees kon sterven en als offer dienen.

Waarom is dit belangrijk?

Deze waarheid is essentieel om te begrijpen wie God is en wie God niet is. Als we de Zoon des Mensen en de Zoon van God van elkaar scheiden, creëren we verwarring en dwaling.

Door te begrijpen dat de Zoon des Mensen dezelfde is als de Zoon van God, één persoon met twee naturen, krijgen we een helder begrip van wie Jezus Christus werkelijk is: volledig God en volledig mens.

Praktische toepassing

In ons dagelijks leven als gelovigen bij De Waarheid Gods, is het belangrijk om deze waarheid te bewaren en niet misleid te worden door verwarrende leerstellingen. Wanneer we bidden, aanbidden en God dienen, moeten we goed begrijpen tot wie we spreken.

God offerde Zijn Zoon, Het eigendomsrecht

Een cruciaal punt dat we moeten begrijpen is dat God niet Zichzelf offerde in de zin dat God stierf. God kan niet sterven. Wat de Bijbel ons leert is dat God Zijn Zoon, Zijn bezit, heeft geofferd. Het woord "van" in "Zoon van God" duidt op eigendomsrecht, eigenaarschap. God was de eigenaar van dat lichaam dat Maria baarde.

In Johannes 3:16 staat:

"Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft."

God heeft Zijn Zoon gegeven, niet Zichzelf. Dit is een belangrijk onderscheid. In Romeinen 8:32 lezen we:

"Hij Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?"

God heeft Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar Hem overgegeven. Het was de Zoon die stierf, niet de Vader. De Zoon is het bezit van de Vader.

In 1 Johannes 4:9-10 staat:

"Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefhadden, maar dat Hij ons liefhad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden."

God zond Zijn Zoon als verzoening. Het lichaam dat stierf behoorde aan God toe, het was Zijn eigendom, maar het was niet God Zelf die stierf.

De onderwerping van de Zoon aan de Vader

Het lichaam, de Zoon, was volledig onderworpen aan de Geest die erin woonde. In Johannes 5:30 zegt Jezus:

"Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft."

En in Johannes 8:28-29:

"Wanneer u de Zoon des mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben, en dat Ik uit Mijzelf niets doe, maar dat Ik deze dingen spreek zoals Mijn Vader Mij heeft onderwezen. En Hij Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, omdat Ik altijd doe wat Hem welgevallig is."

Deze verzen laten zien dat de Zoon volledig onderworpen was aan de Vader. Het lichaam, de Zoon des Mensen, gehoorzaamde volledig aan de Geest die erin woonde.

Wachten op Zijn terugkomst

Zoals in Hebreeën 9:28 staat:

"Zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid."

We kijken uit naar Zijn terugkomst, niet als meerdere personen, maar als één Heer, onze God en Verlosser. Het is echter belangrijk te begrijpen dat Hij niet terugkomt in hetzelfde stoffelijke lichaam dat geofferd werd, maar in een verheerlijkt lichaam. De Bijbel is hier duidelijk over in 1 Korinthe 15:50:

"Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet."

Het natuurlijke, stoffelijke lichaam dat stierf aan het kruis werd veranderd in een verheerlijkt, geestelijk lichaam bij de opstanding. Paulus legt dit verder uit in 1 Korinthe 15:42-44:

"Zo zal ook de opstanding van de doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in vergankelijkheid, het wordt opgewekt in onvergankelijkheid. Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam wordt opgewekt."

En in Filippenzen 3:20-21 lezen we:

"Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen."

Toen Jezus verscheen aan Zijn discipelen na Zijn opstanding, had Hij een verheerlijkt lichaam dat door gesloten deuren kon gaan (Johannes 20:19,26), maar nog steeds tastbaar was (Johannes 20:27). Dit verheerlijkte lichaam is wat terugkomt, niet het vergankelijke vlees en bloed dat stierf aan het kruis.

Conclusie

Samenvattend: de Zoon des Mensen is de Zoon van God. Niet twee verschillende personen, maar één persoon met verschillende titels. Het lichaam dat uit Maria werd geboren, wordt de Zoon des Mensen genoemd omdat Hij uit de bloedlijn van David kwam. De Geest die in dat lichaam woonde, is God zelf.

Laten we vasthouden aan deze waarheid en niet verward raken door valse leerstellingen die de eenheid van Christus' persoon proberen te verdelen.

"Staat dan vast en houdt u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent." 2 Thessalonicenzen 2:15