Tienden en Offers: Geven volgens de Waarheid van God. Niet volgens Traditie

In een tijd waarin veel kerken het onderwerp geven misbruiken om rijkdom te vergaren, is het belangrijker dan ooit om terug te keren naar wat Gods Woord echt zegt over tienden, offers, geld, en bediening.

Bij De Waarheid Gods geloven we in zuivere leer, en dat betekent: geen religieuze trucs, geen verkochte zegeningen, geen salarissen voor predikers, en geen mensenmisleiding, maar zuiver Bijbels onderwijs.

Wat zijn tienden volgens de Bijbel?

“En alle tienden van het land, van de opbrengst van het land en van de vruchten van de bomen, zijn voor de HEERE; het is heilig voor de HEERE.” Leviticus 27:30

Tienden zijn niet alleen geld. Het omvat:

• Oogst van het land

• Vruchten van bomen

• Vee

• Bezit

In Bijbelse tijden gaf men 10% van wat men bezat. Had je 10 akkers? Één was voor God. 30 schapen? 3 voor God. Zo eenvoudig was het. Vandaag geven wij uit onze inkomsten, want alles wat we hebben komt van God (Jakobus 1:17).

Abraham en Melchizedek: een goddelijke ontmoeting

“En hij gaf hem tienden van alles.” Genesis 14:20

Abraham gaf tienden aan Melchizedek, die zonder begin of einde was, een priester van de Allerhoogste God. De Schrift openbaart later dat Melchizedek een verschijning van God Zelf was (Hebreeën 7:1–3).

Dit laat zien dat tienden geven een geestelijke handeling is die gericht is op God Zelf, niet op mensen.

Het misbruik van tienden en offers vandaag

Veel predikers vandaag gebruiken 1 Korintiërs 9:14 om zichzelf vaste salarissen toe te kennen, maar dit vers verwijst naar het priesterschap onder Mozes. Vandaag zijn alle gelovigen priesters (1 Petrus 2:9), en er is geen aparte priesterklasse meer.

“Wie niet wil werken, zal ook niet eten.” 2 Thessalonicenzen 3:10

“Paulus werkte als tentenmaker…” Handelingen 18:3

Jezus werkte, Paulus werkte. Geen van beiden kreeg salaris uit tienden. De ware prediker volgt hun voorbeeld: géén inkomsten eisen, maar God vertrouwen.

Ananias en Saffira: een levensgevaarlijke leugen

“Ze verkochten een stuk grond... hielden iets achter... en vielen dood neer.” Handelingen 5:1-10 (samengevat)

Zij deden alsof ze alles aan God gaven, maar hielden bewust iets achter. Ze logen niet tegen mensen, maar tegen de Heilige Geest.

Les: Geef met een zuiver hart, niet uit plicht, maar uit liefde. Lieg niet met je offer, en geef nooit om gezien te worden.

Veelgemaakte excuses over geven - Bijbels weerlegd

“Ik geef liever m’n tijd dan geld.”

Spreuken 3:9 “Eer de HEERE met uw bezit...”

“We leven onder genade, tienden zijn niet meer nodig.”

Mattheüs 23:23 “Deze dingen moest u doen, en die andere niet nalaten.”

“Ik heb niets om te geven.”

Markus 12:43 “Deze weduwe gaf meer dan allen...”

“God wil geen geld, alleen mijn hart.”

2 Kor. 8:5 “...maar zij gaven zichzelf eerst aan de Heere én aan ons.”

Waar zijn tienden en offers voor bedoeld?

“Breng alle tienden in het voorraadhuis, zodat er voedsel is in Mijn huis.” Maleachi 3:10

“Er was niemand onder hen die gebrek leed...” Handelingen 4:34–35

Ze zijn bedoeld om:

• Noodhulp binnen de gemeente (Handelingen 4:34–35)

• Onderhoud van bedieningen (1 Korintiërs 9:13)

• Hulp aan armen en weduwen (Jakobus 1:27)

• Verspreiding van het Evangelie

• Niet voor luxe of salarissen van voorgangers!

Wat zegt de Bijbel over het misbruiken van geld?

“De liefde voor geld is een wortel van alle kwaad…” 1 Timoteüs 6:10

“Versterkt de handen van kwaaddoeners niet…” Jeremia 23:14 (principe)

Geven aan valse kerken = zonde

“Ondersteun geen werk dat niet volgens de waarheid is...” 2 Johannes 1:10-11

“Als u het huis van een boze helpt opbouwen, bent u medeplichtig.”, vrij vertaald uit Galaten 2:18

Als een kerk leugen onderwijst, geld misbruikt of mensen bedriegt, moet je die niet steunen. Geef alleen aan waar de waarheid van God wordt gepredikt, zoals bij De Waarheid Gods.

Geef niet aan kerken die:

• Zegening verkopen

• Tien- of honderdvoudige oogst beloven voor je donatie

• Zonde in hun leiderschap toestaan vanwege “grote gevers”

Illustratie: In veel kerken worden rijke gevers nooit gecorrigeerd, zelfs als ze openlijk in zonde leven. Waarom? Omdat men bang is voor het verlies van die “maandelijkse miljoen.”

Wat is het werk van een prediker?

“Uw lichaam is een tempel... onderhoud dat.” 1 Kor. 6:19

“Onderwijs... vermaan... leid het volk.” Titus 2:15

De prediker moet geen zakenman zijn, geen motivational speaker, geen geldverzamelaar. Zijn taak is:

• Zielen winnen

• Leren hoe te leven

• Zonden blootleggen

• Gods heiligheid uitdragen

Hij is een dienaar, geen CEO.

Wat als je niets hebt om te geven?

“Kom tot de wateren, gij die geen geld hebt...” Jesaja 55:1

“De grootste gift is je leven.” Romeinen 12:1

God wil jou, niet je portemonnee. Als je niets hebt, maar Hem je hart geeft, dan heb je het grootste offer gebracht.

Conclusie: Geven aan God = geven uit liefde

Geven is geen transactie, het is een daad van eer, vertrouwen en liefde. Laat niemand je misleiden met angst, manipulatie of valse beloften.

“Bewijs dat je Mij liefhebt... door Mij te eren met wat van jou is.” Spreuken 3:9, parafrase